Biobased materiaal en biologisch afbreekbare verpakkingen
Biobased en biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen kunnen in veel gevallen bijdragen aan het reduceren van CO2-uitstoot en het verlagen van de vraag naar fossiele grondstoffen. Hoewel er al decennia wordt gesproken over de potentie van met name biobased kunststoffen, kwam de ontwikkeling van technologieën en toepassingen relatief moeizaam op gang. Inmiddels zijn zowel biobased kunststoffen als biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen in opkomst.
Biobased vs. biologisch afbreekbaar
Biobased materialen hebben direct of indirect een natuurlijke oorsprong, zoals papier, karton en hout. De inzet van deze materialen als verpakking is dus niet per se nieuw. Ook diverse soorten kunststoffen kennen biobased grondstoffen, zoals mais, suikerriet of suikerbieten. Deze kunststoffen worden ook wel bioplastics genoemd.
Er zijn verschillende soorten bioplastics: PLA (polyLacticAcid), Bio-PE, Bio-PET (maximaal 30% biobased), PBA, cellofaan, zetmeelblends, PEF (nog niet commercieel beschikbaar) en natuurrubber.
Biobased materialen op basis van natuurvezels: papier/ karton, bamboe, bananenblad, kokosvezels, olifantsgras, reststromen van land- en tuinbouw (tomatenstengels). Als synoniem voor biobased wordt vaak de term hernieuwbaar gebruikt. Grondstoffen worden hernieuwbaar genoemd als ze op natuurlijke wijze kunnen worden aangevuld binnen een gemiddeld mensenleven, zoals landbouwgewassen en (sommige) bomen.
De termen biobased en hernieuwbaar zeggen dus iets over de oorsprong van het materiaal. De term biologisch afbreekbaar zegt iets over de afvalfase van het materiaal. Biologisch afbreekbare verpakkingsmaterialen kunnen door micro-organismen (bacteriën of schimmels) worden afgebroken tot water, methaan en CO2. Deze afbraak is sterk afhankelijk van omgevingsfactoren: temperatuur, de aanwezigheid van micro-organismen en de aanwezigheid van zuurstof en water. Als synoniem voor biologisch afbreekbaar wordt ook wel de term composteerbaar gebruikt.
Biobased verpakkingsmaterialen kunnen biologisch afbreekbaar zijn, maar dit is niet altijd het geval"
Biobased verpakkingsmaterialen: aanbevelingen en overwegingen
- Biobased verpakkingsmaterialen kunnen andere eigenschappen hebben dan conventionele verpakkingsmaterialen. Of een biobased verpakkingsmateriaal een beter alternatief is, is afhankelijk van het product dat wordt verpakt.
Zo heeft PLA bijvoorbeeld een lage smelttemperatuur ten opzichte van het conventionele materiaal polypropyleen, waardoor het niet geschikt is voor het warm afvullen van producten, zoals ketchup. Door een lage zuurstofbarrière is PLA wél geschikt om ademende producten te verpakken, zoals groenten en fruit. Een ander voorbeeld is PEF (Polyetheenfuranoaat), dat een hogere gasbarrière heeft dan het conventionele materiaal PET. Hierdoor kan PEF voor langere houdbaarheid van voedingsmiddelen zorgen, waardoor de kans op productuitval wordt verkleind. - Sommige bioplastics kennen dezelfde functionele eigenschappen als conventionele kunststoffen. Bio-PE en bio-PET kunnen na productie bijvoorbeeld hetzelfde worden ingezet als de fossiele grondstoffen PE en PET, omdat ze moleculair gezien identiek zijn. Deze biobased kunststoffen worden ook wel ‘drop-ins’ genoemd.
- Naast biobased verpakkingsmaterialen zoals hout, kunnen biobased materialen uit alternatieve natuurvezels ook worden ingezet als verpakking.Indien u meer wilt weten over huidige initiatieven in de markt omtrent biobased verpakkingsmaterialen, neem dan ook eens een kijkje op ons Platform of Sustainable Packaging Innovators. Bamboe kan bij uitstek worden gebruikt voor de productie van kistjes, bananenbladeren – in combinatie met bindmiddel – voor trays en kokosnootvezels voor pallets. De overweging hierbij is dat sommige vezels – denk aan olifantsgras of agrarisch afval, zoals tomatenstengels – andere lengtes en vormen kennen, waardoor het niet altijd mogelijk is om ze te combineren met reguliere papiervezels.
- Verpakkingen van biobased materiaal zijn niet bij uitstek duurzamer dan verpakkingen uit fossiele grondstoffen. Om meer zekerheid te verkrijgen over de daadwerkelijke milieu-impact, raadt het KIDV aan een Life Cycle Analysis (LCA) uit te voeren.