Nieuws

‘Papier- en kartonverpakkingen verdienen een kans’

Publicatiedatum: 23 november 2022

Van plastic naar papier, dat lijkt een makkelijke stap om verpakkingen te verduurzamen. Die beweging is duidelijk zichtbaar sinds enkele jaren. Bedrijven met duurzame verpakkingsdoelstellingen scoren er veel goodwill mee bij consumenten. En vanwege de hoge recyclinggraad (90 procent in Nederland en 92 procent in België) leveren papier- en kartonverpakkingen – bijna vanzelfsprekend - een grote bijdrage aan de circulaire verpakkingsketen. Maar we mogen de ogen niet sluiten voor de beperkingen en grenzen aan fibre based verpakkingen. 

‘Papier- en kartonverpakkingen verdienen een kans’

Dit kwam op 17 november jl. naar voren tijdens de seminar ‘The future of fibre based packaging in the circular economy’ van het KIDV en Fost Plus. Zij hadden verschillende experts uitgenodigd om de stand van zaken te bespreken over de inzameling, sortering en recycling van oud papier en karton in Nederland en België. Coen Bertens van het Afvalfonds Verpakkingen lichtte de Nederlandse praktijk en resultaten toe. In ons land is de stroom ingezameld oud papier en karton de afgelopen jaren elk jaar gegroeid. Het aandeel van verpakkingsafval in deze stroom steeg sterk, de laatste vier jaar elk jaar met vier procent, mede doordat veel producten door corona nu online worden besteld. Bertens: "Het Afvalfonds Verpakkingen mengt zich niet in de recycling van papieren en kartonnen verpakkingen. Zowel gemeenten als bedrijven hebben hun eigen contracten met inzamelaars en afvalbedrijven en de prijzen van papier en karton zijn goed. Eigenlijk is dit dus al een goed voorbeeld van een circulaire economie." Drankenkartons tellen overigens niet mee in deze stroom. Het recyclingpercentage (31%) blijft achter bij andere stromen. “Dat zal verbeteren wanneer in 2023 een aparte recyclingdoelstelling voor drankenkartons gaat gelden”, verwacht Bertens.

Ambitie

België heeft een ambitie om al zijn verpakkingsmaterialen voor honderd procent te recyclen. De zuiderburen zitten met papier en karton op 92 procent en met drankenkartons op 73 procent, aldus Mik Van Gaever van Fost Plus. De Belgische aanpak is gestoeld op design-for-recycling richtlijnen, die bedrijven op het spoor zetten om verpakkingen dusdanig te ontwerpen dat ze goed in de bestaande infrastructuur voor sortering en recycling passen. Hoe beter dat lukt, hoe minder ze hoeven bij te dragen aan de bekostiging van de recycling. “Uiteindelijk willen we via optimalisering en innovaties naar een honderd procent score. Daarvoor kijken we specifiek ook naar de stroom on-the-go verpakkingen en de impact van hergebruik van verpakkingen.”

  • Klik hier voor de presentatie van Coen Bertens (Afvalfonds Verpakkingen).
  • Klik hier voor de presentatie van Mik Van Gaever (Fost Plus).

De design-for-recycling richtlijnen in Nederland (‘vertaald’ in de KIDV Recyclecheck voor papier- en kartonverpakkingen) en België lijken veel op elkaar, zo bleek uit een overzicht van verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en België dat Annemarie Abbeel (Fost Plus) presenteerde. Beide landen hanteren hun eigen criteria voor een verpakking van papier of karton. In België moet het bestanddeel vezels dan ten minste 85 procent zijn, in Nederland is dat minimaal 50 procent. Voor de recyclingpercentages (hoog in beide landen) doen zulke verschillen er niet veel toe. “Maar er komen steeds meer alternatieve vezelverpakkingen”, zegt Abbeel. “Van materialen met andere vezelgrondslagen is de vraag wat het werkelijke terugwinningspercentage zal zijn. Dat kan van invloed zijn op de recyclingresultaten.”

  • Klik hier voor de presentatie van Annemarie Abbeel (Fost Plus).
fost plus kidv fibre based
V.l.n.r. Coen Bertens, Mik van Gaever en Annemarie Abbeel

Europa

De verscheidenheid aan op vezel-gebaseerde verpakkingen groeit inderdaad en die presteren niet allemaal even goed op circulariteit. Zoals gezegd scoren Nederland en België met 90 en 92 procent goed, maar Europees ligt het gemiddelde op 75 procent. Het doel van CEPI, dat de belangen van de Europese papierindustrie behartigt, is om het totale recyclingpercentage van op vezels gebaseerde verpakkingen te verhogen tot 90 procent in 2030. In het project 4evergreen zijn vier tussentijdse doelen gesteld voor 2025. Programmadirecteur Susanne Haase gaf daar tijdens de seminar een uitgebreide toelichting op.

4evergreen stelde eerder een testprotocol op voor papierfabrieken om de recyclebaarheid van hun producten te beoordelen. Binnenkort volgt een evaluatieprotocol waarmee testresultaten kunnen worden gekwantificeerd en met elkaar kunnen worden vergeleken.  “Daarmee maken we duidelijk welke op vezel-gebaseerde materialen met welke technologie kunnen worden gerecycled. Het geeft de industrie inzicht hoe ze van de ontwerpfase tot de recycling verpakkingen zo duurzaam mogelijk kunnen maken”, aldus Haase. Het evaluatieprotocol zal vervolgens bijdragen aan de ontwikkeling van specifieke richtlijnen voor circulariteit en aan verbeterde inzameling en sortering. Het evaluatieprotocol wordt naar verwachting binnen enkele maanden opgeleverd.

  • Klik hier voor de presentatie van Susanne Haase (CEPI/4evergreen).

In het tweede deel van het seminar debatteerden Karine Van Doorsselaar (Universiteit Antwerpen), Rob Hoitink (Nestlé), Peter Hengesbach (Stora Enso) en KIDV-directeur Chris Bruijnes over de huidige populariteit van vezel-gebaseerde verpakkingen en hun bijdrage aan een duurzame, circulaire verpakkingsketen. Voor Nestlé spelen ze een belangrijke rol in de aanpak om het plasticgebruik te verminderen, zei Hoitink. Hengesbach voegde eraan toe dat consumenten ze graag willen, in plaats van plastic verpakkingen, en daar reageerde Van Doorsselaar op. “Consumenten denken bij papier altijd meteen aan duurzaam, maar ze verdiepen zich niet in de details om dat goed te beoordelen. Zij kunnen verschillende materiaallagen vaak niet van elkaar onderscheiden. Ik vind dan ook dat een bedrijf zijn keuze voor de ene of andere materiaalsoort niet zomaar op het gedrag van consumenten mag baseren.”

Panel Fost Plus KIDV fibre based

Verantwoordelijkheid

“Instructies op de verpakkingen moeten duidelijk zijn, al is het ook weer lastig communiceren omdat in elk land andere bepalingen gelden”, vond Hoitink. Maar dan nog… Chris Bruijnes demonstreerde met twee voorbeeldverpakkingen hoe lastig en hoeveel gedoe het is voor consumenten, om meerlaagse verpakkingen van verschillende materialen uit elkaar te halen en elk deel van de verpakking goed weg te gooien. “Dat is echt te veel gevraagd; het gebeurt in de praktijk gewoon niet.” Van Doorsselaar: “Ik geloof er ook niet in. Daarom moet je de verantwoordelijkheid dus niet op consumenten afschuiven; die moet de wetgever nemen.”

Uitdagingen liggen er ook op het gebied van koffie- en/of soepbekers en drankenkartons. Als mogelijke oplossingen voor verschillende problemen passeerden statiegeldbekers, chemische recycling en hergebruiksystemen de revue. En de infrastructuur moet op orde zijn. “Laten we niet denken dat papier voor alles een oplossing is. Het kan niet alle kunststof in verpakkingen vervangen, vanwege de vereiste functionaliteiten”, aldus Hengesbach. Van Doorsselaar: “Daarvoor hebben we bovendien op de hele wereld niet eens bomen genoeg.”

“Papier- en kartonverpakkingen verdienen een kans", oordeelde Bruijnes aan het slot van de bijeenkomst. Hij pleitte ervoor - met het oog op de naderende updates van de Europese richtlijnen voor verpakkingen en verpakkingsafval - om de industrie voldoende speelruimte te geven. “Laat Europa niet alles in wetten en regels opleggen. Alles dichtregelen en voorschrijven is rampzalig voor innovatie.”

 Bekijk de seminar hieronder terug. 

Meer nieuws en evenementen