Rapportage

Een uniek verhaal

Publicatiedatum: 1 juni 2023
Organisatie: Lely

Duurzame voedselproductie met aandacht voor onze planeet wordt steeds belangrijker. Familiebedrijf Lely houdt zich hier al 75 jaar mee bezig. Met hun specialisatie in innovatieve oplossingen voor de melkveehouderij – denk bijvoorbeeld aan datasystemen en melkrobots – zet Lely zich dagelijks in voor ‘een aangename, winstgevende en duurzame toekomst voor de agrarische sector’. Met aandacht voor mens, dier en milieu; maar ook voor duurzame verpakkingen. En dan staat er zo maar een mini-zuivelfabriek op het erf…

Een uniek verhaal

“Vandaag is een bijzondere dag,” vertelt Anne Rohof, marketing specialist bij Lely. “We zijn hier namelijk op de boerderij van de familie Oostdam, een van de eerste boeren in Nederland die onze mini-zuivelfabriek op hun erf hebben staan.” Terwijl we rondlopen, zien we dat boer Niels zijn melk inderdaad zelf verwerkt en ook zelf verpakt. Oostdam: “Wij waren één van de vier gelukkigen die met de mini-zuivelfabriek (de Lely Orbiter) aan de slag mochten. We waren al langer op zoek hoe we meer waarde uit ons product konden halen en daarvoor kwam de Orbiter als geroepen. Hiermee wordt de keten tussen ons als boer en de uiteindelijke consument flink verkort. Wij kunnen de flessen direct zelf verkopen aan ondernemers, van grote supermarkten tot kleine retailers in de buurt.”

Dit brengt een aantal voordelen met zich mee, zowel voor de boer als voor het milieu. “Het neemt ontzettend veel werk uit handen, doordat de mini-zuivelfabriek de melk direct zelf verwerkt en bottelt. Zelfs het reinigen gebeurt automatisch,” vertelt Oostdam. Daarnaast zorgt de vermindering van transportkilometers voor minder CO2-uitstoot. Doordat het de keten verkort, kan de consument bovendien langer van de melk genieten. Dit draagt bij aan minder voedselverspilling, wat óók weer milieuwinst oplevert.

Oostdam berekent hardop: “Als ik de koeien vandaag melk, gaat het vandaag nog in de fles. Vanavond wordt het dan opgehaald, waardoor de melk morgen al op de plek van bestemming kan zijn, bijvoorbeeld onze plaatselijke supermarkt. Morgenavond zou het in principe dus al bij de consument op tafel kunnen staan.” Ter vergelijking: normaal gesproken is de melk ongeveer tien dagen onderweg. Het wacht één tot drie dagen in de tank bij de boer, dan blijft het ongeveer zeven dagen in de fabriek om te worden verwerkt en verpakt en dan kan het nog even duren tot de melk wordt getransporteerd naar de supermarkten. “Onze melk is dus niet langer houdbaar, maar je kunt er wel véél langer van genieten.”

koeien duurzaam verpakken melk

Verpakkingen optimaliseren

Bij de ontwikkeling van de mini-zuivelfabriek heeft Lely het KIDV ingeschakeld voor advies over een passende verpakking. “We zijn uiteindelijk uitgekomen op één literflessen met vijftig procent gerecycled PET (rPET),” vertelt Tanja Roeleveld, duurzaamheidsmanager bij Lely. “Het proces van verpakken is wel iets waar we continue mee bezig blijven. Zo is de fles die tegenwoordig in de supermarkt ligt, 25 procent dunner dan de voorgaande versie. We zijn tot de minimale dikte gegaan, zodat de fles nog nét niet in elkaar schiet wanneer je hem pakt. Ook hebben we inmiddels de overstap gemaakt van een aluminium dop naar een dop van HDPE, om de verpakking goed recyclebaar te maken. Tot slot hebben we rekening gehouden met het etiket, door deze zo klein mogelijk te houden én voor makkelijk loslaatbare lijm te kiezen. Qua CO2-emissies gerelateerd aan de productie zitten we nog wel iets hoger dan een drankenkarton, maar dat maken we goed met de recyclebaarheid van onze verpakking en het toepassen van gerecycled content.” 

Door middel van ketensamenwerking komen we tot steeds duurzamere verpakkingen’

Rohof vult aan: “De inzet van rPET was ook een eis van de retailers zelf; Jumbo stelde deze eis bijvoorbeeld aan onze fles. Het is fijn dat retailers dit doen, zodat we door middel van ketensamenwerking tot steeds duurzamere verpakkingen komen. We hebben vervolgens zelf gekeken of we niet méér gerecycled content dan die vijftig procent konden toepassen. Het is wel zo dat hoe hoger dit percentage wordt, hoe grijzer de fles. Helaas werkt dit bij een wit product als melk averechts; consumenten vinden het product dan ‘vies’ ogen. Toch willen we dit doortesten met een consumentenonderzoek: hoe ver kunnen we gaan?”

Wat consumenten ook nog wel eens lastig vinden, is de keuze voor plastic. “Kunststof verpakkingen hebben een negatieve connotatie,” aldus Rohof. “Terwijl het voor ons juist een hele bewuste keuze was. Het is een licht materiaal wat ten opzichte van bijvoorbeeld glas scheelt in CO2-uitstoot bij transport, het gaat niet kapot en het scoort goed op recyclebaarheid. Daarmee is het een erg functionele verpakking.”

Naast de melk, kan de mini-zuivelfabriek yoghurt en room produceren. Bij het ontwerp van die verpakkingen is door Lely vooral gekeken naar het tegengaan van voedselverspilling. “Ken je de flessenlikker nog?” Vraagt Roeleveld. “Vroeger had iedereen er wel één in huis om het onderste gedeelte uit yoghurtpakken te halen. Tegenwoordig is dat niet meer zo. Door onze yoghurtfles transparant te maken, overigens ook met vijftig procent toegepast gerecycled content, willen we allereerst laten zien hoeveel product nog in de fles zit. Daarnaast hebben we de opening zo breed gemaakt dat je er met een lepel in kunt. Niemand gooit bewust voedsel weg. Bij ons ligt de taak om het consumenten makkelijker te maken.”

Een herbruikbare verpakking is ook wel iets wat Lely ziet zitten. Roeleveld: “Helaas is dit nog lastig bij melk. Er gelden namelijk andere voedselveiligheidseisen; contaminatie bij melk is nu eenmaal anders dan bij cola. We blijven de ontwikkelingen wel in de gaten houden.” Overigens wordt de Reuse-strategie wel gehanteerd in de fabriek van Lely in Maassluis, waar de machines die zij aan boeren leveren worden geproduceerd. “De onderdelen van onze robots komen veelal in herbruikbare verpakkingen. We ontwikkelen deze samen met onze leveranciers, waardoor al veel eenmalige verpakkingen overbodig zijn geworden. Zeker bij een constante flow tussen leverancier en productie is herbruikbaar een belangrijke stap voor ons.” 

De bredere duurzaamheidsstrategie van Lely

Sinds de oprichting van Lely in 1948 is duurzaamheid in de breedste zin onderdeel van de bedrijfsvisie. In de basis hield deze visie in: het leven van de boer aangenamer en makkelijker te maken. Boeren doen fysiek zwaar werk en maken veel uren. Lange tijd leverde Lely landbouwbewerkingsmachinerie om werk uit handen te nemen. Begin 2000 is de focus geswitcht naar de melkveehouderij. Elke oplossing die Lely sindsdien ontwikkelt, moet passen bij hun visie en dan ook een positieve impact hebben op koe, mens en planeet.

De meest befaamde innovatie is de Lely Astronaut uit 1996, beter bekend als de melkrobot. Deze robot automatiseert het melken volledig. Naast het ontzorgen van de boer, levert dit ook voordelen op voor de koe. Die kan zelf bepalen wanneer ze de installatie binnen loopt om te worden gemolken en kan daardoor meer haar natuurlijke ritme volgen.  Met als resultaat: blijere koeien die gemiddeld meer melk geven en daardoor een CO2-impact reductie per kg melk oplevert.

De productie van dit soort innovatieve oplossingen vindt plaats op de Lely Campus in Maassluis. Ook daar kan duurzaamheid niet ontbreken. Hun recent verdubbelde productiefaciliteit en kantoor hebben het BREAAM outstanding certificaat; hirmee behoort het kantoor tot de top van de meest duurzame kantoorpanden in Europa. 

Toch is niet alles koek en ei op de boerderij. De plannen van het kabinet om de veestapel drastisch te reduceren, brengen grote onzekerheid met zich mee. Het zijn dan ook turbulente tijden voor de boeren in Nederland. Roeleveld: “Als familiebedrijf uit Nederland gaat dit ons aan het hart. Wij zijn er voor die boeren. Tegelijkertijd heeft het weinig impact op ons als bedrijf, omdat slechts een beperkt percentage van onze omzet uit Nederland komt. Lely levert inmiddels aan 48 landen wereldwijd.”

Dit internationale aspect brengt wel andere dilemma’s met zich mee ten aanzien van duurzaamheid en dierenwelzijn. In andere landen staan deze zaken vaak lager op de agenda dan in West-Europa. “Maar onze ambitie blijft overal gelijk,” legt Roeleveld uit. “Het kan daardoor zijn dat wij simpelweg zeggen: op deze plek verkopen wij geen spullen. In de Verenigde Staten merken wij bijvoorbeeld dat boerenbedrijven vooral op winst gericht zijn en dierenwelzijn minder hoog op de agenda staat. Gelukkig gaan die twee wel vaak hand in hand: zodra het dierenwelzijn omhoog gaat, gaat meestal ook de melkproductie en daarmee de winst voor de boer omhoog.”

Een uniek verhaal

De mini-zuivelfabriek is nog niet internationaal beschikbaar. Het product is nog volop in ontwikkeling – denk aan nieuwe features en minder energieverbruik – en kan op een later moment pas breed worden verspreid. Althans, niet iedere boer is geschikt voor deze Orbiter. Rohof: “Als boer word je met de Orbiter via zuivelmerk Mijn Melk het gezicht van je melk. Met de fles vertel je je eigen verhaal. Daarnaast moet je het ook zelf zien te verkopen. De familie Oostdam levert bijvoorbeeld aan de lokale ijsboer, lokale bakkers en lokale retailers. Zulk ondernemerschap moet je liggen.”

mijn melk lely verpakkingen koe melk

Het kunnen vertellen van je eigen verhaal, dat is volgens Rohof de unieke marktwaarde van dit product. De melk uit de Orbiter wordt namelijk zowel verkocht als private label als onder het eigen merk Mijn Melk. Onlangs werd ook het online platform ‘Mijn boerderij’ gelanceerd. Via een QR-code op de dop van een Mijn Melk-fles kun je als consument een inkijkje krijgen op het leven op de boerderij. Door het gebruik van realtime data valt er van alles te ontdekken: welke koeien jouw melk hebben gegeven, wat hun namen zijn, hoe oud ze zijn, of ze op dit moment buiten staan en nog veel meer.

De familie Oostdam wil hiermee transparantie geven. “Vroeger kwamen mensen vaker op een boerderij dan nu. Er was altijd wel iemand in je familie- of vriendenkring die op een boerderij woonde en werkte en men haalde daar zelf de dagverse melk. Tegenwoordig lijkt de connectie tussen boer en burger langzaam te verdwijnen. Mensen weten niet altijd waar hun eten vandaan komt. Wij willen hier verandering in brengen.” Boerin Yvonne Oostdam staat dan ook trots naast een van haar 130 koeien op het etiket van de verpakking. En Lely? Die gaan door met het verder uitrollen van de mini-zuivelfabriek, uiteraard met oog op de ontwikkelingen rond duurzaam verpakken.

De mini-zuivelfabriek als onderdeel van de KVK Business Challenge  

Lely deed met de mini-zuivelfabriek mee aan de KVK Business Challenge. Hiermee koppelt de Kamer van Koophandel (KVK) ondernemers aan elkaar en helpen ze zo innovaties verder de markt op. Sinds de start in 2019 heeft KVK in verschillende sectoren ruim 250 challenges gepubliceerd en zo vele grote en kleine ondernemers met elkaar verbonden. Het KIDV werkt samen met KVK aan de Business Challenge over Innovatief Duurzaam Verpakken.

“Elke organisatie heeft innovatie-uitdagingen. Daarbij kan de denk- en doe-kracht van andere slimme ondernemers goed van pas komen. Via het KVK-platform kunnen zij gemakkelijk in contact komen met gespecialiseerde bedrijven, start-ups en scale-ups, zelfstandige ondernemers en mkb-ondernemingen. Zowel uit Nederland als internationaal”, zegt projectleider Charissa Koolen van het KIDV.

Op dit moment staan weer nieuwe challenges open op het platform van KVK Business Challenge. Verschillende deelnemers zijn op zoek naar partijen met een mogelijke (deel)oplossing voor hun specifieke vraagstuk. Wil jij meedoen? Bekijk de challenges hier.

 

mini melkfabriek lely duurzaam verpakken melk