Praktijkvoorbeeld

Dilemma’s en uitdagingen van de portieverpakking

Publicatiedatum: 17 december 2021
Organisatie: Van Oordt The Portion Company

Het was een primeur voor ons land, bijna honderd jaar geleden: in 1927 begon Hendrik Willem Adriaan van Oordt op zijn suikerraffinaderij in Rotterdam met het geautomatiseerd verpakken van suiker in zakjes. Al gauw was het suikerzakje niet meer uit ons dagelijks leven weg te denken. Omdat het handig en economisch is en ook omdat het suikerzakje - zeker met een merk of logo erop - wezenlijk iets toevoegt aan de presentatie van een kop koffie of thee. Het bleek de geboorte van de portieverpakking.

Dilemma’s en uitdagingen van de portieverpakking

Uit het suikerzakje ontstond in 1993 de suikerstick. Anno 2022 zou iedere duurzame verpakker jaloers zijn op zo’n uitvinding, waarmee een papierbesparing van maar liefst 45 procent werd bereikt. Echter, in plaats van bewondering ontmoeten de portieverpakkingen tegenwoordig toch ook wel eens argwanende blikken. ‘Leuk hoor, zo’n klein potje jam of pakje hagelslag, maar nodig?’ Of waarom koekjes stuk voor stuk verpakken?

Portieverpakking koekjes

Iwan Hellemons en Arco van Oosten van Van Oordt The Portion Company begrijpen zulke vragen goed. Van Oosten, operations manager: “Onlangs nog vroegen wij aan studenten wat ze van portieverpakkingen vonden. ‘Afschaffen!’, roepen ze dan meteen. Totdat we hen vragen om er wat langer over na te denken…” Hellemons, inkoopmanager: “Als je uit het oogpunt van voedselverspilling of hygiëne naar portieverpakkingen kijkt, wordt het antwoord veel genuanceerder. Voor de specifieke doelgroepen waar wij aan leveren, zoals de horeca en catering, maar ook ziekenhuizen of bijvoorbeeld gevangenissen, hebben onze producten een enorme toegevoegde waarde. Er zijn veel situaties waarin portieverpakkingen reuze handig zijn. Dat je weet, dat niet Jan en alleman - plat gezegd - met zijn tengels aan je eten heeft gezeten.”

Miljarden portieverpakkingen

Vandaag de dag verkoopt Van Oordt miljarden portieverpakkingen per jaar aan een breed scala aan klanten: in de horeca en catering, ziekenhuizen en andere zorginstellingen, het leger, gevangenissen en ook vliegtuigmaatschappijen en cruiseschepen. Het Nederlandse bedrijf (sinds 1734) is onderdeel van PortionPack Europe, een samenwerkingsverband van acht bedrijven uit acht landen, allemaal specialisten op het gebied van portieverpakkingen. PortionPack Europe opereert overigens onder de vleugels van de Südzucker Group, de Europese suikermarktleider.

Voor de specifieke doelgroepen waar wij aan leveren, hebben onze producten een enorme toegevoegde waarde’

“Wij zijn het mooiste verpakkingsbedrijf van Europa, zeggen we zelf altijd. Wat we willen worden? Het meest duurzame portieverpakkingsbedrijf van Europa. Dát wordt ons onderscheidende vermogen in de toekomst”, is de stellige overtuiging van Hellemons. In zekere zin is het opmerkelijk dat deze woorden uit zijn mond komen. Want als het de marketingmanagers niet zijn, dan zijn het wel de inkoopmanagers die vaak de schuld krijgen dat het met duurzaam verpakken niet zo opschiet. Een goede marketing en ‘de laagste prijs’ verhouden zich eenmaal niet zo goed tot duurzaamheidsaspecten. Hellemons: “Als je naar de geschiedenis kijkt is dat misschien waar, maar dit verandert razendsnel. Duurzaamheid staat tegenwoordig in alle lagen van de organisatie op een steeds hoger bewustwordingsniveau. Wij werken daar op alle fronten aan: van water- en energiegebruik tot afvalbeheer en CO2-uitstoot, van transport- en logistiekoptimalisatie tot de zorg voor de medewerkers. We maken hen bewust van duurzaamheid en geven ze daar hun eigen verantwoordelijkheid in. Ook de kleinere initiatieven worden gewaardeerd, van het inzamelen van inktpatronen bijvoorbeeld tot het gebruik van gecertificeerd papier.”

Portieverpakkingen

Méér uitdagingen

“We weten waar we naartoe willen, dat het een lange weg is en een lange adem vraagt. Maar we gaan steeds een trapje hoger. Als je kijkt waar wij een paar jaar geleden stonden en waar we nu staan, dan hebben we echt zevenmijlsstappen gemaakt”, stelt Hellemons, die net als Arco van Oosten lid is van het Sustainability-team op de hoofdvestiging van Van Oordt in Oud-Beijerland. De nevenvestiging is een fabriek in Landgraaf, waar de bulkorders worden verwerkt. Binnen PortionPack Europe maken Hellemons en Van Oosten deel uit van het Sustainable Packaging-team. “Kijk je naar verpakkingen, dan hebben wij als portieverpakkingsbedrijf misschien wel méér uitdagingen dan gemiddeld. Omdat we veel en kleine producten maken en omdat vooral de plastic verpakkingen in een verdomhoekje zitten.”

Hellemons vervolgt: “Consumenten vinden wat van de hoeveelheid kunststof verpakkingen en dat is OK. Het is goed dat mensen nadenken over duurzaamheid; dat zorgt er óók voor dat bedrijven daarop inzetten. Ik heb al uitgelegd dat wij een belangrijke toegevoegde waarde zijn voor de markten die wij bedienen, met name de foodservice, foodretail en foodindustrie. Dáár staan wij voor. Onze insteek is niet dat de hele voorraadkast bij de mensen thuis vol staat met portieverpakkingen, al zijn die ook in het huishouden soms gemakkelijk. Met name voor producten met een tenminste-houdbaar- tot datum. Wanneer je bijvoorbeeld maar weinig suiker gebruikt of koekjes eet en je dat tóch in huis wilt hebben als er bezoek komt. Suiker in kilopakken en creamer in grote potten klonteren na verloop van tijd, koekjes worden oud als het pak al langer open is. Je kunt ze nog eten, maar lekker zijn ze dan niet meer. Een koekje per stuk verpakt blijft het langste goed van allemaal.”

Portieverpakkingen

Dilemma’s

In de fabriek van Van Oordt in Oud-Beijerland hebben ze een speciale hal voor de koekjes. In andere hallen worden bijvoorbeeld peper en zout met enkele grammen tegelijk ingepakt of staan silo’s gekoppeld aan verpakkingslijnen; de ene keer gevuld met mayonaise en de volgende keer met ketchup, sambal, pindakaas, jam of smeerkaas. “De schoonmaak kost soms uren, als we van het ene naar het andere product omschakelen”, vertelt Arco van Oosten. Tijdens een rondleiding geeft hij verschillende voorbeelden van de dilemma’s en uitdagingen van duurzamer verpakken. “Wij kunnen producten zó verpakken dat ze drie jaar goed blijven, die in duurzaam papier maar drie maanden goed blijven en vervolgens moeten worden weggegooid. Wat kies je dan? Voor koffiecreamer in sticks zijn er twee mogelijkheden: papier met PE en papier met aluminium. Sla je de papier/PE-sticks niet goed op, dan wordt de creamer hard. Voor de houdbaarheid en de bruikbaarheid is dat overigens geen probleem, je moet gewoon wat harder roeren. Maar de natuurlijke reflex van mensen is dat ze dan liever papier/alu kiezen, want dan blijft de poeder zacht. Zeg het maar…”

Zo is het met elk van de tweeduizend verschillende productverpakkingen die Van Oordt fabriceert wel wat. De grootste uitdagingen liggen bij de lijmen en barrières. Zelfs bij een relatief eenvoudige verpakking zoals de papieren suikerstick, is het al een hele puzzel om – uit het oogpunt van recyclebaarheid – de beste verpakkingsoplossing te kiezen. Tegenover de standaardoplossing staan verschillende duurzame opties, bijvoorbeeld met wat zwaarder papier en minder coating. De eisen die aan de recyclebaarheid van papier worden gesteld, verschillen echter van land tot land. “In Nederland was gelamineerd papier tot dit jaar helemaal niet toegestaan bij het oud papier, nu mag eenzijdig gelamineerd papier er wél bij. Dit zorgt ervoor dat onze suikersticks volgens de KIDV Recyclecheck in theorie nu goed recyclebaar zijn. In de praktijk zijn ze echter te klein voor de sorteerinstallaties. Maar daarom gaan we ze natuurlijk niet groter maken.”

Doen we er verstandig aan? Die vraag stellen wij bij elke verpakking'

Van Oosten: “Om een portieverpakking dicht te krijgen is altijd een sealmedium nodig. Papier op papier plakt eenmaal niet zonder de ene of andere component, fossiel dan wel biologisch gebaseerd. Verpakken van bijvoorbeeld mosterd of sambal vraagt om tal van barrières. Olijfolie is helemaal een gemeen goedje om te verpakken: het ene moment is de verpakking dicht, twee dagen later druipt de olie door de verpakking heen. Onze honingsticks zijn kwalitatief de beste die er zijn, ook omdat de verpakking voor een extra lange houdbaarheid zorgt. Maar ik weet niet hoe we daar uit oogpunt van recyclebaarheid verstandig aan doen? Deze vraag stellen we bij elke verpakking die we maken en daar kijken we vanuit verschillende disciplines naar: productie, inkoop, marketing, sales, kwaliteit. In de praktijk leidt dat ertoe dat we niet alle ketchup in één soort verpakking doen en alle honing alleen maar zó verpakken. Het is altijd een afweging van verschillende factoren met verschillende uitkomsten.”

Portieverpakkingen

Vragen en dilemma’s die zulke zoektochten opleveren, probeert Van Oordt niet in zijn eentje te beantwoorden. “Wij kunnen niet voor onze klanten bepalen wat specifieke duurzame oplossingen zijn. Hierover gaan we in gesprek met materiaal- en kennisorganisaties, zoals het KIDV, maar ook met de klanten zelf. Binnenkort hebben wij met drie grote partners afgesproken om samen naar de verschillende facetten aan hun verpakkingen te kijken. Als wij weten wat zij belangrijk vinden, kunnen we daar op inspelen. Wat vinden zij ervan als we de barrière van een verpakking met enkele gradaties verminderen en welke consequenties heeft dat dan, zoals een kortere supply chain en vaker afleveren? Stel dat wij geen aluminium meer in verpakkingen gebruiken, dan kun je achter recyclebaar wel een vinkje zetten, maar hoe zit het met de houdbaarheid, voedselverspilling en CO2-uitstoot? Wij willen van onze klanten weten wat dan voor hen het zwaarste weegt.”

Packalicious

Daarnaast bewandelt Van Oordt ook andere wegen om aan nieuwe kennis te komen, zoals de deelname aan Packalicious. Dit is een initiatief van Universiteit Twente, een zogenoemde learning community waarin studenten en bedrijven transdisciplinair, samen met ketenpartijen ook, aan verpakkingsvraagstukken werken. Van Oordt is één van de Packalicious Pioneers, een bedrijf dat een case heeft ingebracht. In een eerste sessie in juli gingen deelnemers op zoek gingen naar de grenzen en belemmeringen van portieverpakkingen, de balans tussen verpakkings- en producteisen, wetgeving, consumentenperceptie en recyclingmogelijkheden. In november, toen het voor het eerst mogelijk was om elkaar fysiek te ontmoeten, volgde een sessie waarin oplossingsrichtingen werden verkend.

We weten nu waar ieders invloed begint en eindigt, en wie we waarvoor nodig hebben'

“Onze verwachting was niet dat we onze dilemma’s allemaal meteen zouden oplossen, maar er is veel expertise in huis en iedereen heeft zijn eigen ervaringen en ideeën. Je ziet meteen de kruisbestuiving. Studenten kijken bovendien met een frisse blik en zorgen voor nieuwe invalshoeken”, zo kijken Hellemons en Van Oosten terug. “We weten nu waar ieders invloed begint en eindigt, en wie we waarvoor nodig hebben. Door krachten te bundelen en bottlenecks te bespreken, kom je uiteindelijk tot oplossingsscenario’s. Die kunnen in een follow up door studenten verder worden onderzocht: als iets niet werkt, wat werkt dan wél? Het zijn leerzame trajecten, waarin we samen met de wetenschap duurzame alternatieven voor onze verpakkingen bespreken. Komend voorjaar komt er een update-sessie, waarin we met verschillende deelnemers de ervaringen tot nu toe bespreken en we ook bekijken welke meer concrete acties we in de praktijk kunnen gaan ondernemen.”

Portieverpakkingen

Recyclebaar

De duurzame verpakkingsroute die Van Oordt vooralsnog volgt, is om alle verpakkingen recyclebaar te maken binnen de mogelijkheden die er zijn. Hellemons: “Recyclebaarheid is goed te meten. En wie weet kunnen de sorteerinstallaties van de toekomst de suikersticks wél verwerken? Verder streven we ernaar om minder plastic in verpakkingen te stoppen. Of hebben we de mogelijkheid om gewicht te reduceren? Soms kiezen we er echter juist voor om wat meer materiaal te gebruiken: iets meer papier waardoor het gehalte kunststof omlaag kan. Of wat meer plastic, zodat we met minder of zelfs zonder aluminium kunnen werken. Bijna al ons vouwkarton is van gerecycled papier, behalve waar virgin vereist is vanwege direct contact met de producten. Of als die ene klant virgin eist, omdat de marketingafdeling toch graag wil dat de verpakking net wat meer glanst… Want ja, zo werkt het in de praktijk soms ook nog wel steeds. Het blijft puzzelen. Van Oordt wil heel graag voorop lopen en maakt zelf ook keuzes. Vaak horen we dan wat er niet helemaal correct aan is, maar wat het dan wel moet zijn is vaak niet bekend. We blijven dan zoeken naar de duurzaamste oplossingen.”