Wetgeving over biobased en gerecycled kunststof in verpakkingen wordt strikter ervaren dan deze is
Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) publiceert vandaag de rapportage ‘Biobased en gerecyclede grondstoffen in kunststof verpakkingen: belemmerende regelgeving?’ In het onderzoek wordt geconcludeerd dat wet- en regelgeving op Europees en Nederlands niveau zelden belemmeringen vormt voor het gebruik van biobased en gerecycled kunststof in verpakkingen. Alleen in het geval van toepassing van gerecycled kunststof in voedselverpakkingen wordt onderscheid gemaakt tussen virgin en gerecycled kunststof.
Om het gebruik van virgin of oil-based kunststoffen te verminderen, is de vraag naar en het aanbod van alternatieve grondstoffen flink gestegen. Bedrijven en overheden stellen doelen voor de toepassing van hernieuwbaar en gerecycled materiaal in verpakkingen. Echter leidt deze verschuiving ook tot nieuwe uitdagingen en vragen. Onder andere over technische en economische knelpunten van biobased en gerecycled kunststof, maar ook het juridische kader wordt als een belemmering ervaren door diverse ketenpartijen. Daarom inventariseerde Tilburg University, in opdracht van het KIDV en met financiering van Stichting Afvalfonds, óf en in hoeverre wetgeving de toepassing van biobased en gerecyclede grondstoffen in kunststof verpakkingen beperkt dan wel stimuleert.
Drie productgroepen
Het onderzoek richt zich op verpakkingen van drie productgroepen: voedingsmiddelen, cosmetica en zeep producten en doe-het-zelfbouw producten (denk aan verpakkingen van kit of verf). Daphne van den Berg, projectleider bij het KIDV: “Er is gekozen voor verpakkingen van deze productgroepen, omdat hiervoor concurrerende juridische kaders van toepassing zijn, bijvoorbeeld omdat er wet- en regelgeving geldt op het gebied van: duurzaamheid, voedselveiligheid, vermindering van voedselverspilling, veiligheid voor consumenten en chemische veiligheid. Samen heeft dit geleid tot een analyse van relevante regelgeving.”
Juridische knelpunten
Het signaal dat veel partijen de juridische kaders als een belemmering ervaren, wordt bevestigd in de gesprekken die Tilburg University heeft gevoerd met producenten en importeurs van verpakte producten uit de drie productgroepen. Zij ervaren de regels als onduidelijk en complex of de regels zijn gericht op specifieke deelbelangen, zoals voedselveiligheid, bescherming van het milieu en bescherming van volksgezondheid.
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat de technische eisen, waar kunststof verpakkingen volgens wetgeving aan moeten voldoen, meestal niet expliciet zijn toegespitst op biobased, gerecycled of virgin kunststof materiaal. “Dat wil zeggen: verpakkingsmateriaal van biobased of gerecycled kunststof moet voldoen aan dezelfde criteria als verpakkingsmateriaal van virgin kunststof. Ze worden als gelijkwaardig behandeld in wet- en regelgeving, behalve in het geval van toepassing van gerecycled kunststof in voedselverpakkingen. Hiervoor gelden richtlijnen ten aanzien van de herkomst van het materiaal en een goedgekeurd verwerkingsproces”, legt Van den Berg uit.
De European Food Safety Authority (EFSA) geeft advies en richtpercentages voor het gebruik van recyclaat in voedselcontactmaterialen. In het geval van r-PET moet het recyclaat in principe voor 95% afkomstig zijn uit voedselverpakkingen, om te voorkomen dat het recyclaat gevaarlijke stoffen bevat. Hiervoor is een gesloten systeem voor de inzameling en verwerking noodzakelijk óf brede overeenstemming over de inzet van specifieke kunststoftypen voor voedselverpakkingen, zoals het uitsluitend toepassen van PET. Uit het onderzoek blijkt dat ketenpartijen dit EFSA-richtpercentage als bindend interpreteren, dit is strikter dan juridisch noodzakelijk. Indien de producent kan aantonen dat de kenmerken van het recyclaat en hun proces voldoen aan de voorschriften voor voedselveiligheid, is het mogelijk om van dit richtpercentage af te wijken. Dit geeft ruimte voor nieuwe technologische ontwikkelingen. De strikte interpretatie van een algemeen advies van EFSA wordt tevens door veel producenten van cosmetica en zeep gehanteerd als richtlijn voor verpakkingen van hun producten. Dit leidt tot overspecificatie, omdat het materiaal voor verpakkingen van cosmetica en zeep niet aan de EFSA-richtlijn voor voedselcontactmaterialen hoeven te voldoen.
Technische en economische knelpunten
Ketenpartijen ervaren ook belemmeringen die niet van juridische aard zijn. Bijvoorbeeld de (vermeende) voorkeur van consumenten of esthetische eisen die gangbaar zijn binnen de sector, zoals de wens om een volledig transparante verpakking of specifieke kleur van de verpakking. Ook een afwijkende prijs van biobased of gerecyclede grondstoffen ten opzichte van virgin grondstof kan een rol spelen. Daarnaast leidt de brede inzameling van de meeste kunststof verpakkingen van huishoudens tot technische beperkingen bij het opnieuw toepassen van het kunststof, onder andere door kwaliteitsverlies. Deze technische en economische knelpunten in combinatie met de niet-transparante markt voor met name gerecycled kunststof belemmeren de toepassing van het materiaal. Het KIDV zal de komende periode ook aandacht besteden aan deze knelpunten en inventariseren op welke manieren de toepassing van recyclaat in verpakkingen kan worden verhoogd.
Lees hier de rapportage van Tilburg University ‘Biobased en gerecyclede grondstoffen in kunststof verpakkingen: belemmerende regelgeving?’.