‘Verpakken zonder schade aan mens en milieu’

Interview met KIDV-directeur Chris Bruijnes over The State of Sustainable Packaging, de internationale publicatie van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (juli 2020). Hierin geeft het KIDV een strategische kijk op de benodigde samenwerking én innovaties op het gebied van duurzaam verpakken.

‘Verpakken zonder schade aan mens en milieu’

‘We kunnen niet doorgaan op de huidige weg, maar we kunnen er ook niet mee stoppen’. Zie hier het verpakkingsdilemma, zoals opgetekend in The State of Sustainable Packaging van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken. In deze publicatie geeft het KIDV aan hoe de internationale verpakkingswereld via recycling en circulariteit uiteindelijk intrinsieke duurzaamheid kan bereiken. KIDV-directeur Chris Bruijnes: “Intrinsiek duurzaam verpakken is verpakken zonder schade aan mens en milieu. Daar moeten we uiteindelijk naar toe.”

In The State of Sustainable Packaging geeft het KIDV een strategische kijk op de benodigde samenwerking én innovaties op het gebied van duurzaam verpakken. “Nu dweilen we vooral met de kraan open en blijven we betalen voor de kosten van de verwerking”, stelt Bruijnes. Hij noemt de publicatie een opdracht aan de partijen in de verpakkingsketen ‘om een duurzaam alternatief te vinden dat onze verpakkingsbehoeften kritisch invult en de negatieve gevolgen van verpakken volledig opheft’. In het document worden dertien knelpunten geanalyseerd die duurzaam verpakken in de weg staan. Om ze aan te pakken heeft het KIDV een strategie met drie innovatiesporen opgesteld, met effecten op de korte, middellange en lange termijn.

“Verpakken is nuttig en nodig: het voorkomt schade en voedselverspilling. In de afvalfase werken we aan steeds betere recycling, maar we zetten nog onvoldoende in op hergebruik van gerecycled materiaal. Omdat we de materiaalkringloop nooit helemaal dicht krijgen, moeten we ook al aan de volgende stap gaan werken. Met The State of Sustainable Packaging effenen we de weg naar intrinsiek duurzaam verpakken.”

Knelpunten

“De knelpunten om verpakkingen te verduurzamen zijn divers van aard”, steekt Bruijnes van wal. “Verpakkingen waren bijvoorbeeld lang bijzaak, of sluitstuk van het op de markt brengen van een product. Ook eisen van marketing, sales, zichtbaarheid en omloopsnelheid staan vaak op gespannen voet met duurzaamheid, al zien we wel veranderingen. Nederlandse brancheorganisaties bijvoorbeeld hebben verduurzamingsplannen voor verpakkingen opgesteld en voeren deze nu uit. Er komen meer ‘groene’ marketeers die voor duurzame alternatieven kiezen. In de e-commerce dringt ook steeds meer het besef door om geen extra verpakkingen meer te gebruiken als er al een goede verpakking om het product zit. Maar we zien ook nog vaak dat bedrijven plastic verpakkingen vervangen door alternatieven die duurzamer lijken, maar niet zijn, zoals karton met een plastic laagje.”

Volgens Bruijnes zal het spoor van recycling en circulariteit waar we als samenleving nu op zitten, het verpakkingsdilemma ten dele oplossen. “Er is nog heel veel te winnen, maar een honderd procent gesloten systeem is een utopie. Uit recent onderzoek van Wageningen Universiteit & Research blijkt dat het maximale recyclingpercentage van plastic verpakkingen ongeveer zeventig procent zal zijn, als we alle stappen optimaal zetten.”

Er zijn geen eenvoudige oplossingen voor het verpakkingsdilemma"

Andere knelpunten zijn onder meer het verschil in prijs en kwaliteit tussen recyclaten en virgin kunststof, de grote verscheidenheid aan plastics en additieven en de aanwezigheid van zogenaamde zorgwekkende stoorstoffen in verpakkingen, en hoe deze zich gedragen tijdens en na recycling. Daarbij nam de respons uit de samenleving tegen zwerfafval en plastic soep de afgelopen jaren een vlucht en nam de druk op het bedrijfsleven toe. Bruijnes: “Dat laatste is overigens niet altijd terecht: de consument ziet niet altijd in dat de 400 gram gemengde sla in een plastic zakje beter is dan de aankoop van drie kroppen sla, waar je later de helft van weggooit.”

Het feit dat het bijna niet mogelijk is om voedselverpakkingen van gerecyclede materialen te maken, wordt ook als een belemmering gezien. “Al is het de vraag of je van voedselverpakkingen wel weer nieuwe voedselverpakkingen moet willen maken”, zegt Bruijnes. Hij stelt, kortom, dat er geen eenvoudige oplossingen voor het verpakkingsdilemma zijn. “We hebben verandering, vernieuwing en innovatie nodig. Van beter en meer recyclen, zoals in sommige landen al gebeurt, tot en met grensverleggende innovatiemethoden in onze productie- en consumptiesystemen. We moeten niet terugdeinzen om productie, logistiek en consumptie helemaal anders te doen.”

Drie innovatiesporen

Drie innovatiesporen

Voor de route naar intrinsiek duurzaam verpakken heeft het KIDV een drie-sporenstrategie opgesteld. Het zijn drie innovatiesporen, die nauw met elkaar samenhangen. Spoor 1 gaat over meer en beter recyclen en verhoogde efficiency in product-verpakkingssystemen. Het is op de korte termijn gericht en de primaire verantwoordelijkheid ligt bij producenten, importeurs, inzamelaars, sorteerders en recyclers en verpakkingsspecialisten. Bruijnes: “Denk aan verbetering van inzamelsystemen van afval bij bronscheiding, toepassen van nascheiding, sorteren van verpakkingsafval in mono-materiaalstromen, verbetering van de recycling en het verbeteren van de recyclebaarheid van verpakkingen.”

Circulariteit en efficiëntie in productie-consumptiesystemen vormen de kern van innovatiespoor 2, ‘Circulaire economie’, gericht op de korte tot middellange termijn. “Het complete productie-verbruikssysteem zal veel meer mogelijkheden bieden voor het sluiten van kringlopen dan alleen het recyclen van afval aan het einde van de verpakkingsketen. Oogmerk is een volledig circulaire economie”, aldus de KIDV-directeur. Hij erkent dat circulariteit al deel uitmaakt van de huidige strategieën in Europa. “Maar nu is het tijd om er een tandje bij te zetten en te versnellen. Waarom maken we alle kunststof verpakkingen van verf of zeep niet van honderd procent gerecycled materiaal?”

De productie- en consumptiemaatschappij verandert stapsgewijs: we gaan het steeds duurzamer doen"

De benodigde innovaties vragen om betrokkenheid van meer stakeholders, voor het omzetten van lineaire systemen in circulaire systemen. Bruijnes: “Deze veranderingen beïnvloeden en raken de werkwijze en het gedrag van producenten, importeurs, retailers, logistieke actoren, consumenten, sorteerbedrijven recyclers en vele anderen. De hele keten moet aan de bak. Er moet meer worden ingezet op principes zoals repair, reuse en reduce. Denk aan verpakkingsontwerpen waarbij de verpakking meermalig wordt toegepast, bijvoorbeeld het Repack-systeem, waarbij je de verpakking gewoon met de post kunt terugsturen. Ook zien we zeepproducten op de markt die nagenoeg verpakkingsloos worden verkocht en thuis in een luxe herbruikbare fles kunnen worden gemengd met water. Dit verandert onze productie- en consumptiemaatschappij stapsgewijs: we gaan het steeds duurzamer doen. Op dit terrein is meer innovatie en opschaling nodig.”

Duurzame samenleving

Het derde innovatiespoor is het spoor naar de intrinsieke duurzaamheid van product-verpakkingscombinaties. Dit speelt in op de vraag hoe we in de toekomst in onze behoeften willen voorzien. “Dit spoor kunnen we onmogelijk alleen met verpakkingsoplossingen begaan: het vergt een veel bredere aanpak van onze productie en consumptie. Daarmee is het de meest ambitieuze van de drie innovatiesporen. Materiaalstromen moeten zowel circulair als biosfeer-passend zijn. Als het om kunststoffen gaat, gaat het om de combinatie van recyclebaarheid, volledige inzetbaarheid van het recyclaat en uiteindelijk snelle afbreekbaarheid in het milieu of de eigenschap om het om te kunnen zetten in zuivere grondstoffen”, aldus Bruijnes.

De route naar intrinsiek duurzame samenlevingen is onvermijdelijk"

In het begin vergt dit de inzet van grensverleggende innovatiemethoden; pas daarna wordt een beroep gedaan op optimaliserende innovatiemethoden. Hierover zegt Bruijnes: “Deze manier van innoveren is niet verenigbaar met de going concern in de bedrijfsvoering en vereist oriëntatie op de toekomst. Wij pleiten voor het ontwikkelen van nieuwe ketens met ondernemers, onderzoekers, beleidsmakers en burgers/consumenten om richting te geven aan de overgang naar de intrinsiek duurzame samenleving én daar regie op te voeren.”

Op dit moment is niet duidelijk welke maatschappelijke innovaties en veranderingen in materiaalstromen en technologieën spoor 3 gaan opleveren, maar de eerste concrete voorbeelden dienen zich al aan. “De toekomst is lastig te voorspellen”, zegt Bruijnes, “maar onze route naar intrinsiek duurzame samenlevingen is onvermijdelijk om binnen de grenzen te blijven van wat de aarde aan kan. Dat werd al in de jaren ’70 voorspeld door ‘de Club van Rome’. Daarom is het belangrijk ook dit innovatietraject zo snel mogelijk op volle kracht te starten.”

Het KIDV laat het niet bij de publicatie van The State of Sustainable Packaging alleen en gaat aan de slag met de uitvoering van deze strategie. Op 17 september 2020 komt er een internationaal event met stakeholders; in de periode daarna worden verschillende activiteiten met (internationale) partners georganiseerd om met de drie innovatiesporen aan de slag te gaan.

Grondslagen The State of Sustainable Packaging

Behalve een beschrijving en analyse van de knelpunten en de visie op de toekomst van duurzaam verpakken, bevat The State of Sustainable Packaging ook aparte hoofdstukken over de functionaliteit van verpakkingen, de milieudruk van verpakkingen, de zogenoemde brede maatschappelijke responses en cijfers en feiten binnen Europa.

Functionaliteit

Het verpakken van producten is nuttig en nodig. Verpakkingen zijn onmisbaar om te kunnen voldoen aan de consumptiebehoefte van een grote en groeiende wereldbevolking. “We zijn al lang niet meer in staat om als individuen of kleine groepen direct in ons eigen voedsel en onze eigen hulpmiddelen te voorzien”, zegt KIDV-directeur Chris Bruijnes. De productie is gecentraliseerd en de consumptie is gedecentraliseerd. Functies van verpakkingen zijn bijvoorbeeld om producten in porties te kunnen verdelen/aanbieden, conservering en bescherming van producten, om transport en distributie te faciliteren en om informatie aan de gebruikers/consumenten over te dragen.

Milieudruk

Verpakkingen zorgen ervoor dat we producten verder kunnen transporteren en beter kunnen bewaren. Ze verminderen de milieu-impact van producten door minder uitval. In het algemeen kan worden gesteld dat 90 procent van de milieudruk kan worden toegeschreven aan het product indien dit verloren gaat en 10 procent aan de verpakking. Bruijnes: “Neem bijvoorbeeld voedselverpakkingen. Verspilling door bederf veroorzaakt een groter probleem dan de milieuschade van de verpakking, mits deze laatste verantwoord wordt verwerkt. De wereldwijde problematiek van de plastic soep is echter van een andere orde en legt terecht nadruk op de vraag hoe we van deze vervuiling af komen. Dat in Nederland dit vraagstuk veel kleiner is dan in Aziatische landen, ontslaat ons niet van de verplichting bij te dragen aan de oplossing.”

“Behalve dat onze consumptie onze planetaire grenzen overschrijdt, groeit het besef dat we niet in staat zijn de kringloop in de economie geheel te sluiten. Zolang we vasthouden aan onze huidige manier van produceren en consumeren, en het verpakken dat daarmee samenhangt, zal er sprake zijn van verontreinigingen die naar het milieu weglekken. Behalve dat we moeten blijven recyclen, verplicht dit ons om óók te werken aan geheel nieuwe product-verpakkingscombinaties en systeemaanpassingen, die géén nadelige effecten hebben op het milieu en de volksgezondheid. Dit opent de weg naar intrinsiek duurzaam produceren, consumeren en dus verpakken”, aldus Bruijnes. Om daar te komen zijn ook praktische hulpmiddelen voor bedrijven nodig. In The State of Sustainable Packaging worden hier voorbeelden van gegeven.

Maatschappelijke reacties

Hoewel het verpakkingsvraagstuk al tientallen jaren speelt, zijn de reacties van burgers, NGO’s en ondernemers op in het oog springende verpakkingsproblemen - zoals zwerfafval en plastic soep - de laatste twee jaar opvallend sterk toegenomen. De Ellen MacArthur Foundation, de Plastic Soup Foundation, de Ocean Clean Up en andere NGO’s zijn hiertegen al jarenlang actief. Allemaal willen ze een halt toebrengen aan de vervuiling van ons milieu met plastics. De reacties richten zich vooral (maar niet exclusief) op ‘het verminderen en opruimen van de troep’ en het verhogen van de mate van recycling. Overheden reageren vooral met beleid dat zich richt op het oplossen van het probleem op de korte termijn. Het terugdringing van Single Use Plastics en het opleggen van hogere recyclingdoelstellingen zijn daar voorbeelden van. Vele bedrijven haken vervolgens aan door ambitieuze doelstellingen te formuleren en zich vrijwillig aan te sluiten bij bijvoorbeeld het Nederlandse en Europese Plastic Pact.

Feiten en cijfers

In dit hoofdstuk worden de feiten en cijfers beschreven met betrekking tot de Europese verpakkingsmarkt, met een sterke nadruk op kunststofverpakkingen. De verpakkingswaardeketen wordt als referentie gebruikt om de huidige situatie in Europa te beschrijven. Elk onderdeel van de waardeketen komt aan bod, te weten Grondstoffen, Verpakkingsmaterialen, Verpakte producten, Gebruik, Collectie, (marien) Afval, Sorteren en Recycling. Tijdens elke stap van de keten kan er sprake zijn van verliezen en import en export van materialen.

De verpakkingsmarkt wordt met behulp van deze ketenstappen beschreven, waarna voor elke stap het rendement van de keten voor kunststoffen wordt geanalyseerd: hoeveel materiaal werd gerecycleerd en gebruikt als nieuwe grondstof?

De reikwijdte van de analyse is beperkt tot zes landen die samen 70% van het verpakkingsmateriaal dat op de markt wordt gebracht vertegenwoordigen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Deze cijfers worden ook vergeleken ook met de gemiddelde scores van de achtentwintig lidstaten van de Europese Unie.