Praktijkvoorbeeld

'De beste verpakking is geen verpakking'

Publicatiedatum: 8 november 2018
Organisatie: Eosta

Door bij te dragen aan gezonde voeding, een beter milieu en sociale verantwoordelijkheid wil het Nederlandse bedrijf Eosta, distributeur van biologische groente en fruit, de wereld een klein beetje mooier maken. Ook het verminderen van verpakkingsmateriaal speelt een belangrijke rol in hun bedrijfsvisie.

'De beste verpakking is geen verpakking'

“De meest duurzame vorm van verpakken is geen verpakking.” Het is de lijfkreet van Paul Hendriks, verpakkingsexpert bij Eosta, het handelshuis van biologisch geteelde groente en fruit. Hendriks pakt een mango en wrijft over de schil. “We vergeten soms te kijken naar wat de natuur zelf heeft bedacht. Bij deze mango deed de natuur er miljoenen jaren over om een ideale schil te ontwikkelen. Hij beschermt de vrucht, zorgt dat het vers blijft en er aantrekkelijk uitziet want je wilt hem graag opeten. Veel bedrijven denken dat een verpakking nodig is omdat ze daarmee hun marketingboodschap kunnen verkopen. Maar wij vinden dat je altijd vanuit het product moet denken. Bij Eosta hebben we het geluk dat de natuur meestal al een prachtige ‘verpakking’ heeft bedacht. Waarom moet daar nog wat omheen?”

Wereldwijd produceren zo’n duizend biologische telers en boeren voor Eosta. Het groente en fruit komt grotendeels vanuit het buitenland, met name uit Zuid-Amerika en Afrika. Het bedrijf draait jaarlijks een omzet van 110 miljoen euro, dat vooral uit Europese landen komt. Scandinavië, Duitsland en Frankrijk zijn grote afzetgebieden terwijl Nederland slechts 5 procent van de gehele afzetmarkt beslaat. De slogan ‘Where Economy Meets Ecology’ vertelt het verhaal achter Eosta. Toen directeur Volkert Engelsman het bedrijf in 1990 oprichtte, stelde hij zich ten doel om de maatschappelijke meerwaarde van biologische landbouw met consumenten te delen. Vanuit drie kernwaarden – verantwoord, samen en authentiek – wil zijn bedrijf een bijdrage leveren aan gezonde voeding, een beter milieu en sociale verantwoordelijkheid. “Wij willen de wereld echt een stukje beter maken”, vertelt Michaël Wilde, innovatie- en communicatiemanager bij Eosta vanuit het gloednieuwe hoofdkantoor in Waddinxveen, dat sinds twee maanden het nieuwe onderkomen van zo’n zeventig medewerkers is. In Venlo is nog een distributiecentrum gevestigd.  

Natural Branding

Vijftien jaar geleden startte Eosta de zoektocht naar alternatieve verpakkingen, toen de mogelijkheden nog beperkt waren. Hendriks vertelt: “De term duurzaam verpakken bestond nog niet eens. Maar wij vonden het onaanvaardbaar om biologisch fruit en groente in kunststof te moeten verpakken. Composteerbare verpakkingen boden een goed alternatief, waarvoor destijds als enige een standaard bestond. Vervolgens kwamen biobased verpakkingen op, die van planten in plaats van olie zijn gemaakt. Zo’n zeven jaar geleden kwam het besef dat het écht anders moest. Toen begon men voor het eerst over duurzaam verpakken te praten.”

Duurzaamheidsbloem

Omdat de consument wilt weten waar het voedsel vandaan komt, heeft Eosta telerprofielen ontwikkeld. Via een speciale code kan daarmee de oorsprong van het gekochte groente en fruit worden achterhaald. Zo is er een profiel van teler Nahed Ferchichi uit Tunesië, die biologische tomaten in de woestijn teelt. Op de profielen wordt met de duurzaamheidsbloem uitgelegd hoe de telers en boeren aandacht besteden aan verschillende thema’s zoals biodiversiteit, de economie en het klimaat. Het model is in de vorm van een bloem waarin de ecologische en sociale waarden zijn verenigd.  

 

In supermarkten moeten biologische producten te onderscheiden zijn van niet-biologische producten, wat er in de praktijk toe leidt dat biologische producten doorgaans in kunststof verpakkingen zijn verpakt. Een jarenlange zoektocht naar duurzame alternatieven leidde Eosta naar Natural Branding. Met deze contactvrije methode wordt een merkje op het buitenste laagje van de schil van het groente en fruit gelaserd. Dit heeft geen invloed op de smaak of de houdbaarheid van het product en de benodigde energie is minimaal. Minder dan 1 procent van de energie is nodig ten opzichte van het aanbrengen van een sticker.

Nog niet alle groente en fruit is te laseren, maar de ontwikkelingen gaan razendsnel. Wilde: “We startten met producten te laseren waarvan je de schilt niet opeet, zodat de consument aan deze nieuwe manier van verpakken kon wennen. Als eerste waren daarom de mango’s, avocado’s, zoete aardappels en gember aan de beurt. Maar in de praktijk bleek dat mensen de lasertechniek snel accepteerden. De afkeer tegen kunststof verpakkingen is zoveel groter dan wij dachten en de bereidheid om te minderen is groot.”

Hendriks vult aan: “Wij kregen natuurlijk veel vragen over de voedselveiligheid. Maar met deze techniek voegen we niets toe aan het product. Er wordt wat pigment uit de schil weggehaald, waardoor een verkleuring ontstaat. Wageningen Universiteit heeft onderzocht hoe diep er in de schil wordt gelaserd, waaruit bleek dat dat dit minimaal is. Ook keken ze of er schadelijke stoffen vrijkomen gedurende het proces, wat niet zo was. Met die kennis heeft SKAL, een onafhankelijke toezichthouder die de betrouwbaarheid van biologische producten controleert, Natural Branding goedgekeurd.”

Think different

Inmiddels hebben ook andere bedrijven de lasermachines gekocht. “Concurrentie voor Eosta? Nee hoor, we zijn juist blij met deze ontwikkeling”, zegt Wilde. “Als we het afvalprobleem willen oplossen, dan moeten we samenwerken. Mensen bedenken soms allerlei redenen waarom je kennis niet met elkaar moet delen, of waarom iets niet mogelijk is.” Want zeggen dat iets niet kan, dat houden ze bij Eosta niet van. Hendriks: “Het kan nu nóg niet, is wat we hier zeggen. Bedrijven moeten het willen. Ze durven vaak niet omdat ze verandering eng vinden of omdat hun positie in gevaar komt.”

Verpakkingsprijs

Maar liefst twee keer won Eosta met de lasertechniek Natural Branding een verpakkingsprijs. Terwijl ze daarmee eigenlijk niét verpakken. “We ontvingen reacties van mensen die vonden dat we de prijs niet mochten winnen omdat we geen verpakking hadden ontwikkeld”, vertelt Wilde. “Maar wij zijn van mening dat je breder en buiten de gebaande paden moet denken. Anders blijven verpakkingen altijd bestaan. Weliswaar dunner of kleiner, maar daarmee los je het afvalprobleem in de wereld niet op. Ons uitgangspunt is daarom: niét verpakken. Dan kun je altijd nog een stapje terug doen.”

Verpakkingsexpert Paul Hendriks en innovatie- en communicatiemanager Michaël Wilde. 

 

Ondanks steeds meer groente en fruit wordt gelaserd, blijft er genoeg groente en fruit over waarvoor wel een verpakking nodig is, zoals zacht fruit en kleine tomaten. Eerder ontwikkelde het bedrijf al composteerbare fruitstickerskartonnen verpakkingen van suikerriet en hersluitbare dozen waardoor witlof langer houdbaar blijft. “We ontwikkelen steeds nieuwe verpakkingen zoals voor druiven. Die zijn meestal nog traditioneel verpakt in een dikke kunststof verpakking die je kunt dichtklemmen. Wij maken nu een flexibele verpakking die de druiven ook goed beschermt”, aldus verpakkingsexpert Paul Hendriks.

Hij noemt ter illustratie de chipszak. “Die hadden traditioneel een doorzichtige verpakking. Er is toen een niet-doorzichtige zak ontwikkeld waardoor de chips beter houdbaar was. De consument moest daar erg aan wennen. Het eerste half jaar liep de omzet terug, maar daarna kregen consumenten het vertrouwen dat de afbeelding op de verpakking hetzelfde was als de inhoud. Als we hetzelfde effect kunnen bereiken in de groente- en fruitwereld, dan kunnen we overgaan op dichte verpakkingen. Een verschil is natuurlijk wel dat chips langer houdbaar is dan het meeste groente en fruit. En gebroken chips accepteren we eerder dan een verrotte tomaat.”

Uitdagingen voor de toekomst

De toekomst van verpakkingen brengt veel uitdagingen met zich mee. Wilde: “Over tien jaar zitten er hopelijk geen kunststof verpakkingen meer om biologisch groente en fruit. Het zou geweldig zijn als biologische teelt de norm is geworden en gangbare producten zijn gelabeld.” Hendriks voegt daar een persoonlijk boodschap aan toe: “Ik hoop dat ik als verpakkingsexpert over tien jaar werkloos ben omdat we dan helemaal geen verpakkingen meer nodig hebben.”

Hendriks kijkt vooral naar consumentenverpakkingen, maar ook bij transportverpakkingen valt volgens hem nog veel winst te behalen. “Hoe wij producten over de wereld verschepen, steeds opnieuw verpakt in andere dozen en kisten, daarin kunnen we veel verbeteren. In Duitsland zitten alle producten in een krat, terwijl mango’s in dozen bij ons worden aangeleverd. Als je dat op elkaar kunt afstemmen, dan zet je al grote stappen.” 

Afstemming in de keten

Het GroentenFruit Huis, de brancheorganisatie van de AGF-sector, heeft in samenwerking met het KIDV in 2015 een verduurzamingsplan voor verpakkingen opgesteld. Eén van de speerpunten daarvan is dat alle producten in kratjes moeten worden aangeleverd. Hendriks: “Die voorwaarde is begrijpelijk omdat het plan op de Nederlandse supermarkten is gericht. Omdat ze willen dat wij de producten in kratten aanleveren, halen we ze uit de dozen waarin ze tijdens het transport zijn vervoerd. Een bekend vooroordeel is dat het niet duurzaam is om avocado’s uit verre oorden naar Europa te vervoeren. Maar de productie van de dozen waarin de avocado’s zijn vervoerd, veroorzaakt meer CO2 uitstoot dan het transport zelf. Bovendien wordt een deel van de dozen naderhand vernietigd. Het deel dat wordt gerecycled is niet meer bruikbaar voor voedselproducten omdat ze inkten bevatten. Dit probleem is eenvoudig op te lossen door producten tijdens transport niet opnieuw te verpakken.”

 

Ook het verkorten van de voedselketen is een belangrijke uitdaging in de groente- en fruitwereld. Hendriks: “We willen toewerken naar rechtstreekse levering. Producten kunnen na de oogst worden gelaserd in het land van herkomst en dan op transport direct naar de klant. Daarvoor moeten leveranciers en supermarkten wel goede afspraken met elkaar maken. Nu kunnen supermarkten als het weer bijvoorbeeld ineens omslaat, op het laatste moment hun bestelling nog afzeggen. Terwijl de producten al klaar staan voor transport. Dit leidt tot onnodige verspilling tenzij we de producten beter verpakken.”

Ten slotte is het volgens innovatie- en communicatiemanager Michaël Wilde noodzakelijk dat bedrijven overtuigd raken van de voordelen die duurzame verpakkingen bieden. Zo zijn tomaten, komkommers en paprika’s over het algemeen twee tot vijf dagen langer houdbaar in een composteerbare verpakking. Hendriks licht toe: “De verpakking is dan iets duurder, maar zorgt er in Duitsland, waar de supermarkt op zondag is gesloten, wel voor dat de producten tot na het weekend houdbaar zijn. Hierdoor hoeven supermarkten minder voedsel weg te gooien. Dat leidt tot minder voedselverspilling en uiteindelijk tot lagere kosten. Ook dat is duurzaam verpakken en moeten we nog beter bij onze klanten benadrukken.”

Biobased verpakkingen

Wilt u meer informatie over biobased verpakkingen? Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) publiceerde deze zomer een factsheet over de afvalfase van biologisch afbreekbare kunststof verpakkingsmaterialen. Daarnaast ontwikkelde Wageningen Food & Biobased Research de catalogus Biobased Verpakkingen voor inkopers, gebruikers en producenten van verpakkingsmaterialen.  

eosta duurzaam verpakken lasertechniek natural branding kidv

Heeft u een specifieke vraag over duurzaam verpakken?

Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.

Altijd op de hoogte blijven?

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijkse updates.