Praktijkvoorbeeld

Elke fles heeft zijn eigen verhaal

Publicatiedatum: 25 maart 2021
Organisatie: Flestic

Het is allang geen pionieren meer, maar eigenlijk pionieren ze nog elke dag bij Flestic. Het bedrijf in Dronten is producent van kunststof verpakkingen. Meer precies: van flessen en doppen, in een schier oneindige rij modellen, formaten en kleuren. Uit de tientallen extrusieblaasmachines en spuitgietmachines rollen jaarlijks ruim 180 miljoen producten, gemiddeld zo’n 750.000 per dag, alsof het een koud kunstje is. Maar achter elk type zit een eigen verhaal, dat tegenwoordig steeds vaker over duurzaamheid gaat, met ‘van virgin naar gerecycled content’ als centrale thema. En dat is pionieren…

Elke fles heeft zijn eigen verhaal

Dronten in Flevoland, gebouwd op de bodem van de vroegere Zuiderzee, ligt vier meter onder zeeniveau. Tegen buitenlandse gasten die voor het eerst bij Flestic op bezoek komen, grapt Peter Westveer nog vaak dat iedere medewerker thuis een boot op de zolder of het dak heeft liggen, om weg te komen als het land zou overstromen… “Soms geloven ze het echt”, lacht de commercieel directeur. Flestic is gehuisvest aan de Pioniersweg. Dat klinkt toepasselijk, maar de straatnaam slaat terug op de bevolking die zich na de drooglegging in dit nieuwe stuk Nederland vestigden. Een totaal agrarisch gebied met uitgestrekte landerijen en om de zoveel kilometer een grote boerderij. In één van die schuren, in Ens, ging in 1979 Flestic van start.

Introductie Flestic

Westveer: “Vijf jaar later was de boerenschuur te klein en verhuisden we naar Dronten, waar een van onze oprichters woonde. Onze gebouwen moesten groen geverfd zijn, omdat de gemeente haar agrarische uitstraling wilde houden. Hier hebben we in de loop der tijd een significant aantal vierkante meters bijgebouwd. Op dit moment hebben we zo’n 8.000 vierkante meter bebouwd oppervlak, inmiddels gelukkig wel in de meer technische kleuren blauw en grijs geschilderd. Er is nog 1.500 vierkante meter beschikbaar voor groei. Van ons lange-termijn groeiplan, tot 2025, maakt nieuwbouw een belangrijk onderdeel uit. Onze voorraad ‘gereed product’ kunnen we hier al niet meer kwijt. Die staat bij onze vervoerder in Zwolle, die de levering naar onze klanten uitvoert.”

Flestic bouwt z’n machines zelf

Nog even terug naar de schuur in Ens, waar Flestic in 1979 met twee oude extrusieblaasmachines begon. Toen die aan het einde van hun levensloop waren, bleken nieuwe machines niet eenvoudig te vinden. Ze waren duur, omdat ze veel meer konden dan wat Flestic nodig had. Machines die wél betaalbaar waren, waren te oud. Er was inmiddels zoveel kennis over extrusieblazen binnen het bedrijf, dat werd besloten om zelf machines te gaan bouwen. In 1989, tien jaar na de oprichting, zag de eerste zelfgebouwde machine het daglicht.

Peter Westveer: “Begin vorig jaar hebben we nog drie nieuwe blaasmachines in gebruik genomen, die we nodig hadden om de groei bij te benen. In totaal hebben we er nu 40, waarvan we er 35 in eigen beheer hebben ontwikkeld en gebouwd.” Verder zijn er 3 spuitgietblaasmachines, 26 spuitgietmachines en 4 montagemachines.

Westveer reageerde zo’n kwart eeuw geleden op een minuscule advertentie, waarin een uitzendbureau om een ‘verkoper binnendienst voor een productiebedrijf in Dronten’ vroeg. De naam en aard van dat bedrijf werden niet genoemd. “Ik was dus niet specifiek op zoek naar een baan in de verpakkingen en herinner me twee dingen nog exact toen ik hier voor het eerst kwam: de geur van gesmolten plastic en machines die flessen maakten… Daar had ik nog nooit over nagedacht: dat er producten zijn, zoals sauzen, frituurvet, shampoo, houtlijm, waar een fles omheen zit en dat er bedrijven zijn die deze verpakkingen maken. En dat een goede verpakking méér is dan een flacon of een pot alleen. Het zijn ook de sluitingen, variërend van een eenvoudige schroef- en een kind-veilige sluiting tot sluitingen met een doseerplug of scharnierende klep. Ik was zwaar onder de indruk.”

Elk huishouden in Nederland heeft wel een
Flestic-fles in het keukenkastje staan’

Westveer, die in de loop van de jaren verschillende functies bekleedde en sinds 2004 commercieel directeur is, weet ‘bijna zeker’ dat in elk Nederlands huishouden wel een of meer Flestic-flessen in een keukenkastje staan. “Ons assortiment is dusdanig breed, met verpakkingen voor levensmiddelen, personal care producten, schoonmaak- en reinigingsmiddelen, dat het bijna niet anders kan. Dat niemand ons kent, is niet erg. De partijen die deze artikelen op de markt brengen kennen ons wel en dat is het belangrijkste.” Die klanten komen uit binnen- en buitenland. “Zeventig procent van onze afzet is binnen Nederland, de rest is West-Europa. Omdat je met flessen automatisch veel volume verscheept, zijn grotere afstanden niet aan de orde, met uitzondering van enkele niche-producten die we in Ierland en ook wel Engeland leveren.” Voorbeelden staan op het bureau van Westveer en in de vitrine links in de vergaderkamer. In de vitrine rechts staan de bidons die Flestic onder de naam Eurobottle (zie kader) op de markt brengt. Ook die worden door iedereen gebruikt, maar niemand herkent ze omdat er Aquarius of PowerBar op staat, of het embleem van de plaatselijke sportclub of een sponsor. “De spelers van het Nederlands Elftal en Sven Kramer, bijvoorbeeld, drinken er ook uit”, aldus Westveer.

Eurobottle: bidons uit Braziliaans suikerriet

De biobased bidons die Flestic onder de naam Eurobottle produceert, vinden hun oorsprong in de suikerrietplantages in de zuidelijke staten van Brazilië, de grootste producent van suikerriet ter wereld. Van het suikerwater dat uit de stammen wordt geperst, wordt suiker gemaakt. Een deel dat overblijft wordt verwerkt tot bio-ethanol. Deze stof wordt al lange tijd gebruikt als brandstof voor auto’s, maar een steeds groter deel wordt omgezet in het zogenoemde green Polyethylene. Flestic verwerkt per jaar zo’n 200.000 kg van deze op suikerriet gebaseerde duurzame kunststof in haar producten.

De oprichters van Flestic speelden in op de vraag die er toen in de markt was en ook nog steeds is: kleine series (vanaf zo’n 5.000 stuks) met klant-specifieke modellen. “Grote series stampwerk zijn niet ons ding en we hebben ook nooit de intentie gehad om de goedkoopste te willen zijn. Naast een goede kwaliteit moet je meerwaarde kunnen leveren, door kennis te delen en altijd op zoek te zijn naar oplossingen.” De groei die de onderneming maakte, heeft volgens Peter Westveer dan ook niet veel te maken met de autonome groei van de kunststofmarkt in de achterliggende decennia. “Ik denk dat ons concept gewoon succesvol is: we onderscheiden ons vooral doordat we maatwerk in kleine series kunnen leveren. Wij maken mogelijk om tegen relatief lage kosten toch een eigen model verpakking te ontwikkelen én daarin denken we van A tot Z mee: van de functionele eigenschappen tot en met het productieproces, met voldoende mogelijkheden tussendoor om samples te maken en te monsteren.”

Gelukkig zien we dat de behoefte groeit
om tussen klant en leverancier goed af te stemmen’

“Elke nieuwe verpakking is namelijk anders. Wij kunnen bijvoorbeeld nooit van tevoren met honderd procent zekerheid zeggen hoe de krimp van kunststof er uiteindelijk uitziet en of een matrijs goed werkt op de machine. Dan kunnen we dat aanpassen. Soms is een tweede of derde afmonstering nodig, voordat zeker is dat het product aan de functionele en logistieke eisen voldoet die we samen geformuleerd hebben. Gelukkig zien we dat de behoefte groeit om tussen klant en leverancier goed af te stemmen. Ook onze klanten verdienen geen geld aan een zo goedkoop mogelijk flesje, maar aan een fles die weliswaar goed geprijsd is, maar die ook goed door de afvullijnen gaat en mooi in het winkelschap staat. De stap die we in de laatste zeven, acht jaar met Flestic hebben gemaakt, is dat we meer en grotere machines hebben neergezet. Soms verloren we klanten omdat zij succesvol werden en wij de aantallen niet meer aan konden. Nu kunnen we mee opschalen.”

Flestic

Duurzaamheid

In de samenwerking met klanten is duurzaamheid de afgelopen jaren echt van betekenis geworden. “Het was altijd al een belangrijk onderwerp, totdat het geld ging kosten. In de praktijk werd er niet veel gedaan”, zegt Westveer, die zich de tijd nog herinnert waarin hij nóóit vragen over plastic kreeg. “Maar tegenwoordig snappen bedrijven dat ze er iets mee moeten, bijvoorbeeld omdat ze bij het Afvalfonds Verpakkingen aanspraak willen maken op tariefdifferentiatie en de Recyclecheck van het KIDV tegen zijn gekomen. Er ontstaat steeds meer bewustwording en gaan beter begrijpen dat een kunststof verpakking niet zomaar recyclebaar is. Of als die dat wél is, dat niet betekent dat de verpakking ook daadwerkelijk wordt gerecycled. Dat leggen wij ook aan onze klanten uit. Alle kunststoffen die wij verwerken, zijn namelijk als zodanig recyclebaar. Wij gebruiken overigens geen PET. Ons kunststof bestaat voor 90 procent uit PE of PP, wat goed kan worden gerecycled. Maar als je de verpakking zwart maakt, er een verkeerd etiket op plakt, of niet de goede lijm gebruikt, of twee onderdelen van verschillende materialen aan elkaar smelt, dan valt die bij de afvalsortering toch buiten de boot. Wij steken in op het gebruik van mono-materialen, we adviseren over de plussen en minnen en zoeken de oplossing voor eventuele beperkingen.”

De uitdagingen zijn legio, blijkt uit het relaas van Westveer over Flestic’s inspanningen om - via de inzet van biobased kunststof en van gerecycled plastic - de kunststofketen te verduurzamen. “Onze doelstelling is dat in 2025 minimaal veertig procent van ons grondstofgebruik duurzaam moet zijn. Dit betekent vanaf nu: elk jaar vijf procent meer. Met recyclaat liggen we op schema. Voor biobased haalden we onze doelstelling afgelopen jaar niet. Door corona kwam de vraag naar bidons en waterflessen op een laag pitje te staan. Die trekt vanzelf weer aan als de wereld weer een beetje normaal wordt.”

“Wij begonnen in 2013 met de inzet van biobased kunststoffen in onze bidons. We liepen een paar jaar achter op andere aanbieders, maar wat deden zij? Ze voegden slechts een biodegradable additief aan de fles toe en riepen dat je die zo in de natuur kon weggooien. Tsja, dat wilden onze klanten ook wel, maar zo wilden wij het niet. Wij wilden een goed verhaal en het duurde drie jaar voordat we dat hadden met Eurobottle. In de tussentijd moesten we ons wel steeds verdedigen tegen de rommel die de concurrent propageerde. Ook nu moeten we trouwens nog veel en vaak uitleggen hoe het zit met de afkomst en productie van ons suikerriet, dat dit niet ten koste gaat van de wereldvoedselproductie en dat er geen tropische bossen voor worden gekapt. Er worden veel onwaarheden verteld en er is veel onwetendheid. Als wij op een beurs staan met een tafeltje vol biobased flessen voor ons, dan moeten we de hele dag uitleggen wat bio-plastic en biobased en biodegradable is… Ik doe dat overigens graag, hoor.”

Wij zetten al jarenlang recyclaat in, maar dit gaat met ups-and-downs'

Van de Flestic-producten is veertig procent bestemd om met levensmiddelen in contact te komen, zoals flessen voor sauzen, frituurvet en vloeibare margarine. Biobased verpakkingen zijn hiervoor uitstekend geschikt, maar ze worden niet gebruikt. “Dat heeft alles met de prijs te maken. De grondstof voor biobased verpakkingen is duurder dan fossiele grondstoffen”, verklaart Westveer. Andere verpakkingen zijn voor personal care producten, zoals bad- en doucheschuim, shampoo en deodorantrollers, en verder voor reinigings- en automotive producten. “Hier zetten we al jarenlang recyclaat voor in, maar dit gaat met ups-and-downs. Nog niet zo lang geleden kostte het me geen enkele moeite om klanten te overtuigen. De prijs was goed en als ze aan de kwaliteit twijfelden voerden we enkele proeven uit om te laten zien dat het goed was. Echter, toen veel meer partijen hetzelfde gingen doen, brak er schaarste aan. De prijzen van recyclaat vlogen omhoog. Daarentegen werden virgin kunststoffen afgelopen jaar, als gevolg van de lage olieprijzen, spotgoedkoop.”

Flestic

Oproep om meer recyclaat toe te passen,
vanwege tekort aan kunststof grondstoffen

De Europese plasticindustrie maakt zich grote zorgen om een tekort aan kunststof grondstoffen. European Plastic Converters (EuPC) en IVK Europe melden beide een tekort aan grondstoffen voor hun achterban. EuPC vertegenwoordigt producenten van plastic producenten en recyclers, IVK Europe is de branchevereniging van bedrijven die platen van plastic en rubber produceren.

EuPC geeft aan dat de Europese polymerenmarkt al enige maanden onder druk staat: er is te weinig materiaal beschikbaar, wat de prijzen opdrijft. Dat heeft zijn weerslag op de productie in Europa. Kunststofverwerkende bedrijven in heel Europa melden schrikbarend lage voorraden en moeilijkheden bij het verkrijgen van de benodigde grondstoffen om hun productie draaiende te houden, aldus EuPC.

Het Afvalfonds Verpakkingen roept de kunststofindustrie op om daar waar mogelijk gebruik te maken van gerecycled plastic voor de productie van nieuwe producten en verpakkingen. “Het zou een mooie stimulans zijn als de plasticindustrie minder plastic maakt uit aardolie en meer inzet op het gebruik van gerecycled plastic. Ook de overheid kan hierin een aanjagende rol spelen door circulair in te kopen en daarbij het gebruik van gerecycled materiaal als voorwaarde te stellen”, aldus Hester Klein Lankhorst, algemeen directeur van het Afvalfonds Verpakkingen. Ook de NRK adviseert leden om waar dat kan en mag over te gaan tot de inzet van recyclaat voor producten.

“Volgens nieuwe Europese regelgeving moeten nieuwe producten straks allemaal voor 35 procent uit recyclaat bestaan”, vervolgt Westveer. “Ook in het Plastic Pact spreken bedrijven uit dat ze een verplicht aandeel recyclaat in nieuwe producten gebruiken. Om hieraan te kunnen voldoen, zijn multinationals aan het hamsteren. Zij kopen al het beschikbare recyclaat op en dan staan wij als kleine middelgrote partij met lege handen. Het betekent dat wij regelmatig van materiaal moeten switchen, terwijl elk materiaal zijn eigen kwaliteit, zuiverheid, geur en beschikbaarheid heeft. Als wij met een klant in een ontwikkelproces zitten, wat een jaar of langer duurt meestal, dan moeten we telkens weer naar iets nieuws op zoek en een ander verhaal vertellen. De klant moet dan wel héél graag héél duurzaam willen verpakken om niet terug naar virgin te gaan. Zulke klanten hebben wij gelukkig, maar ze zijn nog te vaak een uitzondering.”

“Weliswaar zijn nog steeds grote partijen gerecycled kunststof te koop, maar die zijn alleen geschikt voor laagwaardige toepassingen. En voor verpakkingen hebben wij hoogwaardige kwaliteit nodig. Aan de ene kant is het mooi, zo’n verplicht aandeel recyclaat in nieuwe producten én de oproep voor meer gebruik van recyclaat vanwege de huidige schaarste aan virgin grondstoffen. Aan de andere kant leidt het tot een groot verschil tussen vraag en aanbod. De stress wordt hoger, als nog meer grote partijen voorraden gaan reserveren en opkopen. Wij hebben daar het geld niet voor, terwijl kleinschalige bedrijven vaak veel beter zichtbaar verschil kunnen maken. Een kleine duurzame producent komt er bij een grote flessenblazer niet tussen. Bij ons kan hij wél stappen maken.”

Flestic