Duurzaam verpakken vanuit het perspectief van de afvalverwerking
Wat kan de afvalverwerkingsindustrie bijdragen, om ervoor te zorgen dat méér goed recyclebare verpakkingen op de markt worden gebracht? Als antwoord op deze vraag ontwikkelde student Margot Meijerink van de Universiteit Twente een interactieve tool, die gedetailleerd de sortering en recycling van kunststof verpakkingen laat zien en uitlegt. Het is een hulpmiddel om de informatiekloof tussen de afval- en de verpakkingssector te dichten en daarmee de recycling van verpakkingsafval te verbeteren.
Meijerink verdedigt op 14 april a.s. haar master thesis ‘Improving packaging recyclability from a waste treatment perspective’. Hierin doet zij verslag van haar onderzoeksstage bij Attero, waarin zij vanuit het perspectief van de afvalverwerkende industrie naar de verduurzaming van verpakkingen keek. En tegen de informatiekloof aanliep. Zij constateerde dat bedrijven die producten en verpakkingen op de markt brengen vaak véél weten over materialen, leveranciers en consumentengedrag, maar weinig of niets over recycling.
Verwarring
“In de lineaire verpakkingsketen staan de verpakkingsindustrie aan het begin en de afvalindustrie aan het eind van de lijn. Een circulair systeem, wat we allemaal willen, vereist samenwerking: hoe verbinden we het begin en het eind? De afgelopen jaren zijn zeker stappen voor samenwerking binnen de keten gemaakt. Er is inmiddels veel aandacht voor circulair ontwerpen en, bijvoorbeeld, de Recyclechecks van het KIDV geven bijvoorbeeld óók veel informatie over sortering en recycling. Aan de basis daarvan staan verschillende ontwerprichtlijnen”, aldus Meijerink. Desondanks krijgen Attero en het KIDV dagelijks vragen van bedrijven over de recyclebaarheid van verpakkingen. “De verwarring daarover is goed te verklaren, want zowel verpakkingsontwerp als recycling zijn complexe materie. Zelf snapte ik er pas echt wat van toen ik bij Attero met eigen ogen zag hoe het sortering- en recyclingproces werkt. En vooral ook waarom het zo werkt. Dat lees je niet in de Design-for-Recycling (D4R) guidelines.”
Meijerink’s hypothese van de informatiekloof werd bevestigd in een gebruikersonderzoek. “Daaruit kwam ook de potentiële meerwaarde naar voren van het visueel voorlichten van de verpakkingsindustrie over de afvalverwerkingsprocessen. Dit zette ons op het spoor om een educatieve tool te ontwikkelen, die op een toegankelijke manier het verband legt tussen sortering en recycling enerzijds en verpakkingsontwerp anderzijds.” Recycling is meer dan het opnieuw verwerken van een materiaal tot een nieuwe toepassing. Het omvat ook goede inzameling en sortering. Meijerink: “Feitelijk begint goede recycling al bij de kwaliteit van het ontwerp, wat uiteindelijk ook weer van invloed is op de kwaliteit van het recyclaat.”
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De tool werd getest op zijn educatieve werking, bruikbaarheid en toepasbaarheid en is inmiddels op de website van Attero geplaatst. Tot blijdschap van Meijerink zet het KIDV de tool op dit moment om naar een e-learning-module voor de training Duurzaam Verpakken. “De tool is weliswaar ontwikkeld op basis van de kennis en techniek van Attero, maar hoe breder de informatie beschikbaar komt, hoe beter natuurlijk. Uit mijn onderzoek blijkt dat communicatie over het afvalverwerkingsperspectief een belangrijke factor is om de recyclebaarheid van verpakkingen te verbeteren. Dat is niet de verantwoordelijkheid voor één partij of één sector. De tool wijst op het potentieel aan de kant van de verpakkingsindustrie, maar de afvalsector zelf blijft natuurlijk ook aan zet om processen en technieken te verbeteren. Zo kan via kunstmatige intelligentie de sortering bijvoorbeeld worden geoptimaliseerd. Daar wordt hard aan gewerkt.”
“Een absoluut antwoord op de vraag wat de meest duurzame verpakking is, bestaat niet”, denkt Meijerink. “Maar een beter begrip van de onderliggende redenen voor de bestaande D4R-richtlijnen kan de verpakkingsindustrie helpen bij het maken van duurzame keuzes. Dat brengt ons weer een stap dichter bij een circulaire economie.”