'Samenwerking en innovatie nodig om onze ambities te kunnen realiseren'

“De keuze voor de juiste verpakking maken wij binnen de driehoek marketing – inkoop – kwaliteit. Wat is de beste verpakking voor de klant, voor het milieu en voor Albert Heijn, ook vanuit kostenoogpunt? We baseren ons op end-to-end lca’s. Als plastic het beste scoort, ook op het gebied van milieubelasting, dan kiezen we plastic. We maken die verpakking dan wel zo dun en zo plat mogelijk én we zorgen dat die goed recyclebaar is. Dat hoort namelijk bij onze ambities. Die keuze over de bühne brengen, is wel lastig. De perceptie van plastic is hardnekkig. Klanten weten vaak ook wel dat de houdbaarheid van een product dankzij de plastic verpakking beter is. Maar een deel zegt gewoon: ‘Ik wil plasticvrij’. Die keuze bieden wij meer en meer aan. Niet alleen omdat de klant erom vraagt, ook omdat we zelf een rol willen spelen in het terugbrengen van de milieubelasting.”

“Inmiddels staat in meer dan vijfhonderd AH-winkels een dry-misting systeem en elke week komen er filialen bij. Groenten en fruit worden grotendeels zonder verpakking gepresenteerd. De houdbaarheid en kwaliteit zijn vergelijkbaar met de verpakte versie van dezelfde producten. Maar niet alle honderd artikelen kwamen positief uit de test. Sommige hebben gewoon een verpakking nodig. We blijven leren en verbeteren om uiteindelijk toch aan onze ambitie van 100 procent recyclebaar te komen.”

“De ambities die wij stellen, creëren beweging bij leveranciers. Zeker bij onze eigen merken kunnen we nadrukkelijk de specificaties bepalen, maar er is samenwerking en innovatie nodig om onze ambities te kunnen realiseren. Wij willen 100 procent recyclebaar, maar de capaciteit om dat te kunnen realiseren is er nog niet. Er zit een uitdaging in de beschikbaarheid van de grondstof. Bovendien leveren onze leveranciers niet alleen in Nederland. Verduurzaming van verpakkingen is een internationaal vraagstuk wat ook internationaal moet aanpakken. Als Albert Heijn kunnen we dus wel de vraag aan onze leveranciers stellen, waardoor een volgende stap mogelijk wordt. Maar volledige verantwoordelijkheid nemen is een grotere uitdaging. Er wordt ook veel van andere partijen gevraagd.”

Versnelling komt toch vooral van samenwerking over de gehele keten, door met elkaar innovatie te creëren”

“Op het gebied van verpakkingen werken wij vanuit het 4R-principe: reduce, reuse, recycle en renew. Stap voor stap maken wij de beweging naar minder verpakking. Onze focus ligt op plastic, omdat het een belangrijk en veelgebruikt materiaal is. Een voorbeeld zijn onze verse fruitbakjes, waarvan het deksel is vervangen door een topseal. Dit zorgt voor een significante reductie van 500.000 kg minder plastic per jaar, terwijl de klant dezelfde kwaliteit en houdbaarheid krijgt. Opgeteld realiseerden we in 2019 bijna drie procent verpakkingsreductie, oftewel 2,2 miljoen kg. Op plastic alleen boekten we 6 procent reductie.”

“Op het gebied van reuse verkochten we in 2019 een miljoen nylon tasjes op de groenten- en fruitafdeling en ook bij het brood. Ik vind dit een goed voorbeeld hoe je klanten kunt opvoeden om dingen her te gebruiken, zoals we eerder al met de winkelshopper deden. De maatregel leidde tevens tot twintig procent minder gebruik van hemdtasjes. Ook de vleesverpakking hebben we aangepast met een andere seal. Het plastic dat hiervoor nu wordt gebruikt is niet zozeer minder of lichter geworden, maar het is wel te recyclen. Als deze eerste drie R’en niet lukken, blijft de vierde over: zoeken naar andere oplossingen. Dit hebben we met biologische melk gedaan, met een verpakking van bio-PE, suikerriet. Het marktaandeel is relatief klein; het is een premium concept, dat nog wel aan de prijs is. Op termijn verwacht ik zeker méér oplossingen met bio-plastics, ook voor een shampoofles of iets anders.”

“Dat zoveel grote partijen het Plastic Pact hebben ondertekend, maakt het leven een stuk gemakkelijker. Nederland heeft daarmee een voorsprong op de rest van Europa. Maar ik zeg niet dat wij als Albert Heijn de doelstellingen wel even gaan fiksen. Onze huismerken komen niet altijd van om de hoek; we produceren en verpakken op wel tienduizend locaties over de hele wereld. Ook hier hebben we dus veel andere partijen voor nodig. Maar dat we stap voor stap een beweging kunnen maken, dat is absoluut waar en dankzij de collectiviteit is zeker ook een grotere beweging mogelijk. De overheid zou misschien een grotere rol kunnen spelen, maar of dat tot versnelling leidt? Die komt toch vooral van samenwerking over de gehele keten, door met elkaar innovatie te creëren.”