- Inspiratie
- Duurzaam door(ver)pakken
- 'Duurzaamheid verankeren in ons DNA'
'Duurzaamheid verankeren in ons DNA'
Het ene is zuur, het andere zoet. Burg Group maakt verschillende soorten azijn en nog veel meer soorten limonadesiroop, die toch een bijzondere overeenkomst hebben: de plastic flessen waarin ze het bedrijf verlaten, worden bijna allemaal in eigen huis geblazen. Dat is ooit zo ontstaan en zo blijft het ook in de nieuwe verpakkingsstrategie die Burg Group nu opstelt. Juist omdat het bedrijf zijn producten inclusief verpakkingen levert, krijgen de verpakkingen veel aandacht in het duurzaamheidsbeleid.
Het is fascinerend om te zien hoe en met welke snelheid de flessen met azijn worden afgevuld, van een dop en etiket worden voorzien en verder worden omgepakt. Klaar voor transport naar landen over de hele wereld. De flessen zijn kort daarvoor in een aanpalende hal geblazen. Het is tamelijk uitzonderlijk dat een producent ook zelf zijn verpakkingen produceert. “We willen zoveel mogelijk alles in eigen hand houden en zelf maken is goedkoper dan inkopen”, verklaart Caroline Nannes, Marketing & NPD coördinator (New Product Development) van Burg Group.
Plaats van handeling is de vestiging in Heerhugowaard, één van de zeven productiecentra van het in 1947 opgerichte familiebedrijf. Ook het hoofdkantoor is hier gevestigd. Volgend jaar wordt een grootscheepse renovatie en nieuwbouw van de fabriek en het kantoor afgerond. Er verrees onder meer een nieuw tankenpark met 49 kolossale nieuwe tanks voor de opslag van natuurazijn. Burg Group is daar Europees marktleider in. De limonadesiroopfabriek staat in Ter Aar. Daarnaast heeft Burg Group een non-food tak met de vestiging in Klundert. Daar worden schoonmaakazijn in grote verpakkingen, citronella en demiwater geproduceerd.
Behalve in Nederland, zijn er productiecentra in Duitsland, Frankrijk, België en Tsjechië. De afzetmarkt bestaat vooral uit Europese landen, maar er gaan ook bulkcontainers met azijn naar India. Zonder dat consumenten het weten, heeft vandaag de dag bijna elk huishouden ten minste één product van Burg Group in zijn keukenkastje staan. Caroline Nannes: “Meestal is dat azijn. Burg is als merk onbekend bij het grote publiek. Wij zijn een Private Label fabrikant. We leveren natuurazijn, siropen en onze reinigingsproducten aan producenten en retailers, die ze onder hun eigen naam op de markt brengen.”
Die markt is overzichtelijk. “Natuurazijn is een redelijk basic product met een beperkt assortiment. Er is natuurazijn voor toepassingen in voeding, met enkele variaties in bijvoorbeeld kruiden- en appelazijn, en er is schoonmaakazijn in natuurlijke en synthetische varianten. De markt beweegt wel. We onderzoeken ook nieuwe toepassingsgebieden voor natuurazijn, wat nieuwe markten kan opleveren. Maar in de siropen zijn de ontwikkelingen en innovaties veel meer aanwezig, bijvoorbeeld als gevolg van de suikerdiscussie én omdat supermarkten zich met hun huismerken willen onderscheiden; ook met biologische siropen”, vertelt Nannes.
Familiebedrijf
Burg Group groeide ook als azijnproducent onstuimig. Inmiddels werken er meer dan tweehonderd mensen, van wie tachtig in Heerhugowaard. “Dankzij onze buitenlandse vestigingen kunnen we breed en snel leveren, zelfs op piekmomenten. Onze klanten weten dat ze op ons kunnen rekenen”, verklaart Nannes. Natuurazijn is een seizoenproduct. Zodra bijvoorbeeld augurken en uitjes worden geoogst, neemt de vraag naar natuurazijn fors toe. Algemeen directeur (CEO) Patricia Surendonk legde na haar aantreden in 2010 het accent vooral op duurzame groei. Een van de centrale vragen daarbij was: waar kunnen we van betekenis zijn?
“Een familiebedrijf – dat blijkt ook uit onderzoek – is traditioneel méér bezig met de lange termijn dan de gemiddelde onderneming”, zegt Marika Stegmeijer, die drie jaar geleden werd aangesteld als de duurzaamheidsmanager van de Burg Group om ‘handen en voeten’ aan het duurzaamheidsbeleid te geven. “We zijn geen grote multinational en een relatief kleine speler in de voedingsindustrie. Dat zij hier speciaal iemand voor aanstelde, zegt veel over de ambities van Patricia Surendonk. Duurzaamheid mag niet louter een PR-verhaal zijn. Zij wil het in het DNA van het bedrijf verankeren en daarmee echt een nieuw hoofdstuk toevoegen aan de geschiedenis van de Burg Group.”
Natuurazijn tegen baarmoederhalskankerNatuurazijn is van oudsher een product met veel toepassingsmogelijkheden, maar een heel bijzondere toepassing van azijn is pas recent bekend. Het is namelijk mogelijk om met natuurazijn heel simpel een voorstadium van baarmoederhalskanker te ontdekken. Een belangrijke, medische toepassing van azijn met betekenis voor de wereldwijde bestrijding van baarmoederhalskanker. De in Nederland opgerichte Female Cancer Foundation zet zich al vanaf februari 2006 in om vrouwen over de hele wereld te helpen om baarmoederhalskanker in een vroeg stadium op te sporen. Het is niet alleen met azijn eenvoudig te ontdekken, ook de behandeling is heel simpel. Diagnose en behandeling kunnen gelijktijdig plaatsvinden. De ‘See & Treat’-methode is door de Wereldgezondheidsorganisatie uitgeroepen tot meest effectieve behandeling ter preventie van baarmoederhalskanker. Als belangrijke producent van azijn ondersteunt Burg Group de activiteiten van de Female Cancer Foundation. |
“Ik kwam nieuw binnen, maar het onderwerp duurzaamheid was dat zeker niet. Op het hoofdkantoor vooral werd er al een jaar of twee over gesproken, alleen misten de medewerkers richting.” De directie ontwikkelde in 2016 een visie voor 2035, dit vormt de basis van Burg Group’s duurzaamheidsprogramma.
Stegmeijer: “Voor medewerkers in de productie is duurzaamheid een abstract iets. Zij doen gewoon hun werk en met elkaar zijn we succesvol, dus waarom moet het dan anders? Ik ben samen met Patricia op alle productlocaties onze droom van de clean heritage gaan vertellen. Wij willen aan de volgende generatie - in de familie, in het bedrijf, in de maatschappij – een schone erfenis achterlaten. Een, uiteraard, financieel gezond en economisch sterk bedrijf, maar ook een bedrijf dat op een duurzame manier in de wereld staat.”
We willen een schone erfenis achterlaten, een bedrijf dat op een duurzame manier in de wereld staat’
“Tegen de medewerkers zeiden we dat het in de praktijk helemaal niet zo moeilijk is om duurzaam te zijn. Als je op een goede efficiënte manier produceert, dan ben je vanzelf al duurzaam bezig. Als bedrijf moet je sowieso zuinig willen omgaan met grondstoffen, zo weinig mogelijk afval willen produceren en fouten uit je processen elimineren. Als je daar, zoals Patricia, een uitgesproken visie op hebt, dan horen daar soms ook andere keuzes bij, omdat de tijdgeest óók verandert. Sommige dingen doen we daarom nu niet meer, of we doen ze anders en zijn dáár dan succesvol in.”
Ze noemt een voorbeeld. “Eén van de vier pijlers uit ons duurzaamheidsbeleid is om alleen nog maar veilige en verantwoorde producten te verkopen. Dat klinkt wellicht een beetje vreemd, maar tot voor kort hadden wij in ons non-food assortiment nog veel producten waarbij we ons afvroegen: passen die nog wel bij ons als wij wereldwijd koploper in duurzaamheid willen worden? Daarom hebben wij afscheid genomen van bepaalde type schoonmaakmiddelen. We zijn overgestapt op duurzame alternatieven of we hebben ze uitgefaseerd. En voor ons eigen merk schoonmaakazijn, Groenland Natuurlijk Schoonmaakazijn, gebruiken we inmiddels natuurazijn in plaats van synthetische azijn, want dat heeft een natuurlijke oorsprong.”
De drie andere pijlers zijn dat Burg Group in 2035 alleen nog honderd procent hernieuwbare grondstoffen gebruikt, op alle locaties energieneutraal produceert én volledig transparant/open is naar klanten (retailers) en consumenten (de eindgebruikers). “Dat wat op het etiket staat, moeten zij kunnen begrijpen. En het moet duidelijk zijn dat in de keten geen discutabele praktijken gebeuren. Dat de grondstoffen die wij gebruiken op de juiste wijze worden gewonnen en vervaardigd”, licht Stegmeijer toe.
Duurzaam verpakken
Verpakkingen en duurzaam verpakken zijn altijd onderdeel van het droomverhaal geweest, omdat Burg Group immers zelf ook verpakkingen produceert. Het betreft de standaard 1-liter PET-flessen die uiteindelijk in de huishoudens terecht komen. De machines in Heerhugowaard draaien 24 uur per dag, vijf dagen per week op volle toeren. Dat is niet genoeg om aan de totale benodigde hoeveelheid flessen te komen. “Een deel kopen we dus in”, zegt Caroline Nannes. Vroeger waren de flessen van glas, later kwam PET en tegenwoordig gebruiken we steeds meer r-Pet.
“Voor elke nieuwe product-verpakkingscombinatie die wij op de markt brengen, hanteren we een duurzaam productontwikkelingskader. Daarin staan de eisen die aan het product worden gesteld en de verpakking is een van de componenten daarvan. Het is nog niet op al onze producten van toepassing, maar die kant gaan we wel uit”, aldus Nannes. “Daarnaast hebben we te maken met retailers, die vooral kostprijs-gedreven worden. Zij zetten zwaar in op gewichtsreductie. Maar als Burg Group kijken we ook verder. Kunnen we bijvoorbeeld de zuurtegraad van azijn verhogen, zodat we zo min mogelijk water hoeven te transporteren. Zulke acties zijn niet van de laatste tijd, hoor. Daar werken we al jaren aan. Alleen worden zulke ontwikkelingen nu veel meer aan de duurzaamheidsgedachte opgehangen en wordt er meer over gecommuniceerd.”
Verpakkingsstrategie
Wat opmerkelijk mag worden genoemd – vinden Stegmeijer en Nannes zelf ook - is dat Burg Group weliswaar zelf verpakkingen produceert, maar dat geen van de managementleden verpakkingen in zijn/haar portefeuille heeft. “Omdat we geen verpakkingskundige in dienst hebben, komen alle vragen en opmerkingen bij ons terecht. Wij hadden het gevoel dat er uit het oogpunt van duurzaamheid méér met verpakkingen te doen was. Die stappen willen we nu ook maken. De directie gaf ons de opdracht om een verpakkingsstrategie op te stellen. Hiervoor hebben we een projectteam opgericht, waarin collega’s van verschillende afdelingen zitten.”
Nannes: “We waren al een tijdje bezig om de propositie van Groenland tegen het licht te houden. Dit merk begon als fancy label en staat nu al enkele jaren als tegenhanger van synthetische schoonmaakazijn in de markt gepositioneerd. We zijn zoals gezegd deels al naar r-Pet overgestapt; dit was één van de uitkomsten van een ketenproject dat we samen met Partners for Innovation hebben doorlopen. Ook hebben we papieren etiketten door folie vervangen, omdat dit efficiënter is in de recycling. We willen echter nog verder verduurzamen. In onze zoektocht naar andere mogelijkheden kwamen we het KIDV regelmatig tegen, bij de brancheplannen voor duurzaam verpakken bijvoorbeeld. Daar hebben we toen maar eens een afspraak mee gemaakt.” Burg Group is lid van drie branches, te weten de FNLI, FWS en NVZ (non-food).
Quickscan
“Als je zelf geen expert bent, is het goed om deskundigen van buitenaf te raadplegen”, zegt Stegmeijer. “Ons eerste gesprek met KIDV was al meteen zeer verhelderend. We spraken af om een quickscan van verschillende verpakkingen van Groenland-producten te maken.” Dat kon al korte termijn. Meestal vraagt de organisatie van een quickscan wel enige voorbereiding, maar omdat Burg Group zelf verpakkingen maakt en dus goed in de materie zit, was deze snel te plannen.
Bij de KIDV QuickScan Duurzaam Verpakken zitten medewerkers uit verschillende geledingen van het bedrijf aan tafel, van design, sales en marketing bijvoorbeeld, om een aantal door het bedrijf geselecteerde verpakkingen te bespreken. Verpakkingskundigen van het KIDV beoordelen die en beantwoorden vragen. Nannes: “Bij alle interne stakeholders wordt in zo’n sessie duidelijk waar het bij de ontwikkeling en het design van producten en verpakkingen om draait. Ze maken aan elkaar duidelijk wat de hete hangijzers zijn en wat mogelijke oplossingen zijn om verpakkingen goed te kunnen recyclen. Onze collega’s vonden het een eyeopener. Gevolg daarvan is ook dat we elkaar makkelijker meekrijgen bij volgende stappen om te verduurzamen.”
De KIDV QuickScan maakt duidelijk waar het bij de ontwikkeling en het design van producten en verpakkingen om draait'
Stegmeijer: “Wij kregen gelukkig veel bevestiging van wat we al goed doen. Fijn om te horen, want dat vergeten we soms wel eens. Je wordt op goede gedachten gebracht. Een van de dingen die voor ons duidelijk werd, was bijvoorbeeld het gebruik van opaak. Onze sales afdeling wilde een aantal jaren geleden graag gekleurde flessen aan de klant aanbieden, omdat we aannamen dat het consumenten zou aanspreken. Door het project met Partners for Innovation zijn wij erop gewezen dat gekleurde flessen ongunstig zijn voor recycling. Het was voor ons onduidelijk of onze flessen ook opaak zijn of niet. Het KIDV heeft dat tijdens de quickscan opgehelderd; wij gebruiken geen opake flessen. Ook spraken we tijdens de quickscan over de introductie van de tariefdifferentiatie, die toen net speelde.”
“Wat echt een verrassing voor ons was”, zegt Nannes, “is dat de 5-liter can voor schoonmaakazijn te groot bleek. Deze maken we niet zelf, maar kopen we in. Hij was van PE en onlangs hebben we de switch naar PET-cans gemaakt. Alleen bleek nu dat de can te groot is en niet in de bestaande recyclingsystemen past. Dat is aanleiding voor ons om te kijken of we met een 4-litervariant kunnen gaan werken. Zo zijn we met verschillende verbeterpunten aan de gang. Het projectteam wil in de loop van dit jaar nog een keer afspreken met het KIDV om te beoordelen of we op het goede spoor zitten.”
Retail en recyclingBurg Group wil in de toekomst alleen maar duurzame verpakkingen gebruiken. Het streven is onder meer: alles herbruikbaar en recyclebaar in 2025. “Dat kunnen we voor een deel van de productgroepen zeker realiseren”, verwacht Marika Stegmeijer. Caroline Nannes: “Aan de siropenkant hebben we nog veel uitdagingen, omdat we daar met heel veel productvariaties te maken hebben. Die vragen allemaal om een andere verpakking, ook van glas en blik.” “Ons voordeel is dat we niet zo’n grote onderneming zijn. In ons overleg met de retailers kunnen we snel schakelen, al vinden we daar wel vaak de marketeer op ons pad. We zien wel een kentering de afgelopen twee jaar, maar de ene retailer is er serieuzer mee bezig dan de andere. Ook blijkt vaak onduidelijk wat nou precies een duurzame verpakking is en wat maakt dat iets recyclebaar is? Dat verschilt per land.” “Van het KIDV hebben we ook geleerd dat consumenten vaak een verkeerd beeld hebben. Een verpakking die er duurzaam uitziet, hoeft dat in de praktijk helemaal niet te zijn. En hoe gooi je die het beste weg? Dat is in elke gemeente anders. Je hebt mega-etiketten nodig als dat allemaal moet worden uitgelegd.” Het KIDV werkt overigens aan een update van de zogeheten Weggooiwijzer. Een aantal logo’s wordt aangepast, zodat die zo goed mogelijk aansluiten bij de diversiteit aan inzamelsystemen. “In de gesprekken over de brancheverduurzamingsplannen bleek gelukkig wel dat wij niet de enige zijn die nog zoekende zijn. Het is goed om het daarover te hebben met elkaar. Het KIDV levert toegevoegde waarde door gezamenlijke sessies over zulke issues te faciliteren om kennis te delen. Voor ons is het goed om te weten hoe recyclers en sorteerders werken en wat ze nodig hebben. Aan de andere kant hebben wij de retailers hard nodig om het juiste verhaal aan consumenten te vertellen.” |